Nieuw advies voor Kali op grasland in de maak

De elementen stikstof (N), fosfor (P), kalium (K) en zwavel (S) zijn direct van invloed op de grasopbrengst. Voor een goede grasgroei moet K op het juiste moment in voldoende mate aanwezig zijn. Daarbij dient een te hoog aanbod van K te worden voorkomen.

Een te hoog aanbod van Kalium leidt tot een hoog K-gehalte, dat een negatief effect heeft op de diergezondheid (meer klauwproblemen en bij het afkalven meer zucht in de uiers). Een te hoog K-gehalte geeft bovendien een verlaagd magnesium (Mg-)gehalte. Dit leidt tot een verhoogd risico op melkziekte en bij een ernstig Mg-tekort tot kopziekte.
Op verzoek van Productschap Zuivel hebben Nutriënten Management Instituut NMI en Wageningen UR Livestock Research een uitgebreide literatuurstudie uitgevoerd (fase 1). Deze studie heeft geleid tot de volgende aanbevelingen:

  • Het advies voor de eerste en voor latere sneden beter afstemmen op de K-beschikbaarheid in de bodem, waardoor beter gestuurd kan worden op een gewenst K-gehalte in het gras.
  • Hiervoor is het nodig om over te schakelen op een analysemethode waarbij de intensiteit en de capaciteit worden bepaald.
  • De indeling van de bodemvruchtbaarheid in waarderingsklassen op basis van het K-getal laten vervallen.
  • De verschillende nutriënten in een zelfde extractiemiddel te analyseren, waardoor beter rekening gehouden kan worden met interacties tussen nutriënten.
  • Voor latere sneden een aantal correcties door te voeren met betrekking tot het aantal uren weidegang en het aantal weidesneden per perceel.

Bekijk ook het hele rapport ‘Herziening van Kali op grasland’

Ontvang maandelijks nieuws van mestportaal.nl
E-mail: