Voorwaarde derogatie

Als u aan de voorwaarden voor derogatie voldoet mag u op uw bedrijf 250 kg stikstof uit graasdierenmest per hectare grasland en bouwland per jaar gebruiken. Normaal is dit 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar.

Om aan derogatie mee te doen moet u voldoen aan de volgende voorwaarden: 

1. Voor 1 februari via internet aanmelden
U moet zich jaarlijks aanmelden voor derogatie. Dit kan van 1 januari tot 1 februari in het jaar waarin u gebruik wilt maken van derogatie. U kunt uw bedrijf alleen in deze periode aanmelden via Mijn dossier op de website www.drloket.nl . Hiervoor heeft u een gebruikerscode, wachtwoord en TAN-code nodig.

2. Tarief betalen voor derogatie
Als u gebruik maakt van derogatie moet u hiervoor een tarief betalen. De kosten voor het verplichte monitoringsonderzoek (zie ook voorwaarde 8) worden aan u doorberekend. De hoogte van het tarief is afhankelijk van de oppervlakte landbouwgrond op uw bedrijf.

3. Aanvullende gegevens insturen vóór 1 februari
Als u gebruik maakt van derogatie, moet u ook opgave doen van Aanvullende gegevens. Het gaat om gegevens die nog niet bij DR bekend zijn, zoals de voorraden meststoffen en de aanvoer van kunstmest. Deze aanvullende gegevens moeten ook vóór 1 februari bij Dienst Regelingen binnen zijn.

4. Een bemestingsplan opstellen
U moet een bemestingsplan opstellen vóór 1 februari van het jaar waarin u gebruik maakt van derogatie. Dit bemestingsplan geldt voor alle landbouwpercelen die u in gebruik heeft. U laat met dit plan zien dat u de stikstofbemesting afstemt op de gewasbehoefte en op de gebruiksnormen. Klik hier voor de voorwaarden voor het bemestingsplan

Wijzigingen moet u binnen zeven dagen opnemen in het bemestingsplan. U hoeft het bemestingsplan niet op te sturen naar Dienst Regelingen. Wel moet u het minimaal vijf jaar op uw bedrijf bewaren.

5. Bemonsteren landbouwgrond
U moet minstens een keer in de vier jaar uw landbouwgrond door een geaccrediteerd laboratorium laten bemonsteren en analyseren op de fosfaattoestand en de waarde van het stikstofleverend vermogen. Het laboratorium moet hiervoor gebruikmaken van een vastgesteld protocol. Het bemonsteringsprotocol kunt u vinden onder Meer informatie. 

De analyserapporten moeten actueel zijn en mogen daarom op 1 februari van het betreffende jaar niet ouder zijn dan vier jaar.

De analyseresultaten moet u als onderbouwing gebruiken bij het opstellen van het bemestingsplan. Het is daarom belangrijk dat de bodembemonstering vóór 1 februari heeft plaatsgevonden en dat de analyseresultaten vóór 1 februari op uw bedrijf aanwezig zijn. De analyseresultaten hoeft u niet op te sturen naar Dienst Regelingen. U bewaart deze minimaal vijf jaar op uw bedrijf.

Neemt u na 1 februari en voor 15 mei nog landbouwgrond in gebruik die niet is bemonsterd? Dan moet u deze grond uiterlijk binnen zeven dagen na ingebruikname alsnog laten bemonsteren en analyseren. U moet deze grond ook binnen zeven dagen opnemen in het bemestingsplan.

6. Ten minste 70% grasland
In het kalenderjaar waarin u gebruik maakt van derogatie, bestaat ten minste 70% van uw landbouwgrond uit grasland. Alleen landbouwgrond waarop u gras teelt voor gebruik als diervoer telt mee. De percelen moeten van 15 mei tot en met 15 september onafgebroken als grasland in gebruik zijn. Als u in deze periode grasland vernieuwt, mogen de percelen ook worden meegeteld. Dit geldt alleen als het is toegestaan om grasland te vernieuwen.

Let op! Grond in het buitenland en natuurterrein tellen niet mee als landbouwgrond. Gras voor graszaad of graszoden, siergrassen, gras als vanggewas telt niet mee als grasland.

7. Derogatie geldt alleen voor graasdierenmest
De ruimere gebruiksnorm van 250 kg stikstof geldt alleen voor mest van graasdieren. Graasdieren zijn runderen (uitgezonderd witvleeskalveren), schapen, geiten, paarden, ezels, Midden-Europese edelherten, damherten en waterbuffels. Het maakt niet uit of de mest op het eigen bedrijf is geproduceerd of is aangevoerd. Als u ook mest van staldieren gebruikt, berekent u eerst hoeveel hectare u nodig heeft om de graasdierenmest toe te delen. Voor die hectares geldt de norm van 250 kg stikstof per hectare per jaar. Voor de overige hectares geldt de norm van 170 kg stikstof per hectare per jaar. U berekent uw gebruiksruimte op bedrijfsniveau en u mag de mest naar eigen inzicht verdelen over de percelen.

8. Bereid om mee te werken aan monitoringsonderzoek van de overheid
Een voorwaarde is dat u meewerkt aan monitoringsonderzoek. Dit betekent dat u moet meewerken aan metingen van het grond- en oppervlaktewater op uw bedrijf. Onderzoeksinstellingen voeren in opdracht van de overheid deze metingen uit op enkele honderden bedrijven. Als deze onderzoeksinstellingen gegevens van uw bedrijf nodig hebben voor dit onderzoek, dan moet u deze beschikbaar stellen.

9. Administratieve verplichtingen
U moet zich houden aan de algemene administratieve verplichtingen van de mestwetgeving. Denk hierbij aan het doorgeven van gegevens over uw landbouwgrond en het bijhouden van een inzichtelijke administratie.   

10. Algemene verplichtingen
Naast alle voorwaarden die u hiervoor heeft gelezen, moet u zich ook houden aan de overige verplichtingen uit de mestwetgeving. Het gaat hier bijvoorbeeld om de stikstof- en fosfaatgebruiksnorm voor meststoffen, de regels voor aan- en afvoer van dierlijke meststoffen, de uitrijdregels van meststoffen en het gebruik van meststoffen (bijvoorbeeld een verplicht vanggewas na maïs op zand- en lössgrond en de voorwaarden voor het mogen vernietigen van de graszode).

Meer over: Melkveehouder | Nieuws
Ontvang maandelijks nieuws van mestportaal.nl
E-mail: