Randvoorwaarden aan het scheuren van grasland met betrekking tot volggewas, periode en bemesting

Na het scheuren van grasland in het kader van graslandvernieuwing of wisselbouw komt veel stikstof in de bodem vrij, waardoor het risico op nitraatuitspoeling toeneemt. In het Derde Nederlandse Actieprogramma (2004-2009) voor de Nitraatrichtlijn staan maatregelen gegeven met betrekking tot het scheuren van grasland. Deze maatregelen betreffen de periode van scheuren, het te telen volggewas en het bepalen van de stikstofbemesting op basis van een bodemanalyse. Op verzoek van het ministerie van LNV zijn studies uitgevoerd naar deze maatregelen, zodat ze kunnen worden geïmplementeerd in het Besluit gebruik meststoffen (Bgm). Uit model¬bereke¬ningen volgt dat het risico op nitraatuitspoeling in zandgrond toeneemt als grasland in mei of later wordt gescheurd. De berekende stikstofuitspoeling op klei en veen is laag. Er is een lijst met stikstofbehoeftige gewassen opgesteld waarvan het bemestingsadvies groter is dan de extra stikstofmineralisatie in gescheurd grasland ten opzichte van blijvend bouwland. Voor kool¬gewassen, tulp en lelie heeft de teelt na het scheuren van grasland voordelen, zoals een goede bodemstructuur en minder kans op bepaalde ziektes. De bemesting van opnieuw ingezaaid grasland kan worden gebaseerd op een bepaling van het stikstofleverend vermogen nadat het gras is ingezaaid. De bemesting andere gewassen na het scheuren van grasland kan worden gebaseerd op de hoeveelheid minerale stikstof in de bodem, maar er is geen bodemanalyse beschikbaar waarmee de te verwachten stikstofmineralisatie kan worden geschat

Related Links

Meer over: Publicaties | Teelt | Uitrijden
Ontvang maandelijks nieuws van mestportaal.nl
E-mail: