Nieuwste berichten
Onderwerp: Publicaties
relatie tussen gebruiksintensiteit en de kwaliteit van graslanden als foerageerhabitat voor gruttokuikens
2 mei 2011
De huidige studie onderzocht op welke wijze de intensiteit van graslandgebruik het aanbod en de bereikbaarheid van prooidieren (arthropoden) voor gruttokuikens beïnvloedt. De ontwik¬kelingssnelheid van de vegetatie werd daarbij gebruikt als maat voor de landgebruiksintensiteit omdat deze het product is van alle maatregelen die een boer neemt om de productiviteit van de vegetatie te verhogen. De resultaten suggereren dat de vegetatiestructuur de belangrijkste bepalende factor is die de geschiktheid van grasland als foerageerhabitat voor Grutto families bepaalt. Het totale aantal arthropoden nam licht toe met toenemende intensiteit van het landgebruik. De toename in vegetatiehoogte was echter zo groot dat de dichtheid in arthropoden per volume vegetatie afnam met toenemende beheersintensiteit. De dichtere vegetatiestructuur tezamen met de afnemende prooidierdichtheid leidt ertoe dat de energetische kosten van foerageren toenemen bij toenemende beheersintensiteit. Dit duidt erop dat de meest ijle en open vegetaties de meest geschikte foerageerhabitat vormen omdat arthropoden hierin het sterkst geconcentreerd voorkomen en omdat de foerageerkosten het laagst zijn. Voor het creëren van een dergelijke open structuur lijkt onder de huidige omstandigheden het vasthouden van een hoog waterpeil tot en met de kuikenperiode essentieel omdat hiermee onafhankelijk van de voedselrijkdom de vegetatiegroei sterk geremd kan worden. Dit rapport beschrijft een gecombineerde analyse van de data, verzameld in Wormer- en Jisperveld, Gerkesklosster en Ronde Hoep (Kleijn, 2007) Lees verder
(Co)vergisten van mest op het veehouderijbedrijf
2 mei 2011
Mestvergisting is het laatste decennium in opkomst op het veehouderijbedrijf. Deze info sheet geeft informatie over het vergistingsproces, de geleverde producten en de milieueffecten. Lees verder
Mestbank informeert tuinders met grondloze teelten
2 mei 2011
Related Links Bekijk het volledige artikel
Sporenelementen: wel nodig, weinig zorgen
2 mei 2011
Een sporenelement moet in de plant aanwezig zijn voor een goede groei en functie, maar is slechts in minimale hoeveelheden nodig. Echter, een gebrek zien we weinig Lees verder
gezonde bodem vraagt om geschikte voeding
2 mei 2011
Een goede gewasproductie is gebaat bij een vruchtbare bodem die een goede structuur heeft. Een gezond bodemleven kan veel bijdragen aan goede teeltcondities, dan moet het bodemleven wel gestimuleerd door geschikte voeding. De vraag is hoe doe je dat? Lees verder
Teelthandleiding biologische lelieteelt
2 mei 2011
Handleiding voor de biologische lelieteelt in opdracht van de Stichting Regionaal Onderzoek Lelieteelt in Noord- en Oost Nederland (ROL). Er is gebruik gemaakt van de gegevens die verkregen zijn in het onderzoek van ROL in het kader van het project Beter Bollen Telen dat is uitgevoerd in Vledder en Frederiksoord. In deze handleiding aandacht voor de herkomst en opbouw van de lelie, cultivarkeuze, uitgangsmateriaal, grondsoort, planten, koppen, beregenen, bemesten, onkruidbestrijding, saldoberekening, ziekten en plagen, oogst, verwerking, bedrijfshygiëne, wettelijke maatregelen en keurmerk Lees verder
Demonstratieproeven alternatieven voor bloedmeel in de boomkwekerij
2 mei 2011
Enkele afnemers van biologische producten stellen als eis dat tijdens het productieproces geen bloed- en beendermeel gebruikt is. Om hieraan tegemoet te kunnen komen zijn in het teeltseizoen 2007 en 2008 proeven gedaan met alternatieven voor bloedmeel. Het niet-gebruiken van beendermeel lijkt gezien de samenstelling van de meeste organische meststoffen geen probleem. De proeven zijn uitgevoerd met de meststoffen Monterra malt 5-1-5 en Monterra ricinus 4,5-1,5-8 en compost in vruchtbomen op klei en Phlox op duinzandgrond. Lees verder
Fotoverslag 6e bijeenkomst AMS op Nij Bosma Zathe d.d. 1 november 2007 [Koe & Wij]
2 mei 2011
Aan de hand van een fotoreportage wordt een indruk gegeven van het melkveebedrijf en proefbedrijf Nij Bosma Zathe, met daarin special aandacht voor de Delaval Melkrobot en de mestvergisters Lees verder
Nutriëntenstromen veroorzaken mestprobleem in Nederland, maar regels pakken vooral compost aan
2 mei 2011
Nederland is een gebied met netto aanvoer van mineralen en zware metalen. Regelgeving legt echter zuivere kringloopproducten, zoals compost, strenge normen op maar doet dat niet bij producten die netto nutriënten en zware metalen aanvoeren. En dat terwijl de aanvoer naar de bodem via compost slechts 1 à 2% uitmaakt van de totale aanvoer Lees verder
Uit de mest- en mineralenprogramma’s : een eenvoudig denitrificatiemodel?
2 mei 2011
Het Nederlandse mestbeleid is er op gericht om de stikstof- en fosfaatemissies uit de landbouw te beperken, zodat wordt voldaan aan de milieukwaliteits-doelstellingen voor grond- en oppervlaktewater. Hierbij wordt gebruik gemaakt van MINAS, een systeem gebaseerd op verliesnormen (toelaatbare stikstof-overschotten). De hoogte van stikstofverliesnormen in MINAS zijn er op gericht om de belasting van het grondwater met nitraat te beperken tot maximaal 50 mg per liter en de belasting van het oppervlaktewater te verminderen. Een deel van de stikstof uit het overschot zal in de bodem denitrificeren en het restant spoelt uit naar grond- en oppervlaktewater. Voor de onderbouwing van de MINAS-verliesnormen is een goede kwantificering van de denitrificatieverliezen en de verhouding tussen denitrificatie en nitraatuitspoeling bij verschillende combinaties van grondsoort – grondwaterstand – grondgebruik noodzakelijk. Onderzoek in programma 398-II is gericht op een betere kwantificering van denitrificatieverliezen uit landbouwgronden. Eén van de doelstellingen is het afleiden van een eenvoudige rekenregel waarmee denitrificatie kan worden geschat op basis van eenvoudige meetbare, c.q. met procesmodellen te simuleren, grootheden en bodemeigenschappen Lees verder