Onderwerp: melkveehouderij

Stikstofwerking in dunne en dikke mest wel snel genoeg?

3 juni 2011

Stel dat een gewas wordt bemest met stikstof (N) uit dierlijke mest en ter vergelijk ook met kunstmest-N. Dan zal van de kunstmest-N het meest worden teruggewonnen in het geoogste gewas. Dat komt doordat N in kunstmest voorkomt in minerale vorm: dit is snel opneembaar. In dierlijke mest, daarentegen, is ongeveer de helft van de N organisch gebonden. Die komt langzaam vrij. Koeien & Kansen zoekt naar manieren om de N in dierlijke mest meer als kunstmest te laten werken. Een mogelijkheid is het toepassen van mestscheiding. De resultaten van veldproeven op Koeien & Kansen-bedrijf Van Wijk en op proefbedrijf de Marke zijn bemoedigend. Lees verder

Mestsilo van 5700 kuub met deur

30 mei 2011

In Blijham (Gr) heeft de familie Meijer een nieuwe stal gebouwd voor 350 melkkoeien. De mest wordt gescheiden in een dunne en dikke fractie. De dunne fractie wordt ondergronds naar een betonnen mestsilo gepompt van 5700 kuub. Deze silo heeft een deur, zodat de vloer met een bobcat schoongemaakt kan worden. Lees verder

Weiden onder moeilijke omstandigheden : een studie naar inkomensverschillen tussen weiden en opstallen

21 mei 2011

Dit rapport beschrijft het economisch effect van weidegang op melkveebedrijven bij het mestbeleid van 2009. Over het algemeen is het inkomen bij weiden hoger dan bij opstallen. Wanneer de koeien worden gemolken met een automatisch melksysteem, blijft weiden in de meeste gevallen aantrekkelijker dan opstallen. Op bedrijven waarbij niet meer dan 25% van het grasland beweidbaar is voor koeien (meer dan 10 melkkoeien per hectare beweidbaar oppervlak), is opstallen vaak voordeliger dan weiden Lees verder

Stoort de mestschuif de koe? A&F ondervraagt melkveehouders

19 mei 2011

Agrotechnology & Food Innovations, het voormalige IMAG, vroeg omtrent het schuifgebruik naar ervaringen van 10 melkveehouders met verschillende stalvloeren en schuiven: 3 hebben een roostervloer in de stal, 2 een sleufvoer, 4 een vlakke vloer en tenslotte 1 met een hellende vloer van het berg-en-daltype (Groen Label stal) Lees verder

Blik op gewaskosten : hoogste kunstmestgift leidt niet tot hoogste gewasopbrengst : achter de komma

19 mei 2011

De bedrijfskundig adviseur geeft zijn visie op een specifiek kengetal in de melkveehouderij: dit keer de gewaskosten. Lees verder

Mineralen goed geregeld : verslag themadag melkveehouderij 2006

5 mei 2011

Op 19 december 2006 vond op Proefbedrijf ‘De Marke’ de themadag ‘Mineralen goed geregeld’ plaats. Het doel van de themadag was om door bespreking van onderzoeksresultaten een beeld te krijgen van de gevolgen van aangescherpt mestbeleid voor beheer van de mineralen stikstof en fosfor (N en P) op melkveebedrijven op zandgrond. Een verslag van deze dag Lees verder

Verkenning van bedrijfsvarianten en milieukundige gevolgen bij piekwaterberging op landbouwgrond in Salland

5 mei 2011

De mogelijkheden voor waterberging op een melkveebedrijf zijn verkend voor: bedrijfsvoering, bedrijfsresultaat en nutriëntenbelasting. Het betreft een perceel grasland van 4 ha. Dit rapport bouwt voort op een eerder project “Pilot boeren met water in Salland” Lees verder

Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie : resultaten meetjaar 2007 in het derogatiemeetnet

5 mei 2011

Dit rapport geeft een overzicht van de bemestingspraktijk en de waterkwaliteit in 2007 op 300 graslandbedrijven in Nederland die meer dierlijke mest mogen gebruiken dan in Europese regelgeving is aangegeven (derogatie). Het geeft de gevolgen weer van de landbouwpraktijk in 2006, het eerste jaar dat de derogatie in de landbouwpraktijk werd toegepast. Lees verder

Verminderen aanvoer zware metalen via de voeding op melkveebedrijven in de Hooge Raam

5 mei 2011

Het Nutriënten Management Instituut NMI heeft in opdracht van de ZLTO met behulp van de Spoorwijzer per diercategorie de voorziening berekend met de Spoorelementen zink (Zn), selenium (Se), koper (Cu) en kobalt (Co). De berekeningen zijn uitgevoerd voor 7 melkveebedrijven in de Hooge Raam, een relatief klein stroomgebied zonder wateraanvoer van buitenaf met een beperkt aantal vervuilingsbronnen. Op basis van de berekeningen heeft NMI een advies opgesteld om de voorziening van de betreffende diercategorieën beter af te stemmen op de behoefte. Dit advies is met de deelnemers besproken en toegelicht in een themabijeenkomst. Om bewustwording te creëren van het probleem en om commitment te verkrijgen zijn voor deze bijeenkomst naast de deelnemende melkveehouders ook de betrokken veevoeradviseurs en dierenartsen uitgenodigd. Lees verder

Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie : resultaten meetjaar 2008 in het derogatiemeetnet

5 mei 2011

Dit rapport geeft een overzicht van de bemestingspraktijk in 2008 en de waterkwaliteit in 2008 en 2009 op graslandbedrijven in Nederland die meer dierlijke mest mogen gebruiken dan in Europese regelgeving is aangegeven (derogatie). De gegevens uit dit onderzoek kunnen worden gebruikt om de gevolgen voor de waterkwaliteit te bepalen. De waterkwaliteit gemeten in 2008 geeft de gevolgen weer van de landbouwpraktijk in 2007, het tweede jaar dat de derogatie in de praktijk werd toegepast. De waterkwaliteit gemeten in 2009 geeft de gevolgen weer van de landbouwpraktijk in 2008. De Europese Nitraatrichtlijn verplicht lidstaten het gebruik van dierlijke mest te beperken tot een bepaald maximum. Een lidstaat kan de Europese Commissie vragen om onder voorwaarden van deze beperking af te wijken. Nederland heeft in december 2005 toestemming gekregen om van 2006 tot en met 2013 af te mogen wijken van de gestelde norm. Een van de voorwaarden is dat de Nederlandse overheid een monitoringnetwerk inricht en aan de Commissie jaarlijks rapporteert over de resultaten daarvan. Het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Landbouw Economisch Instituut (LEI) hebben in 2006 voor Nederland een monitoringnetwerk opgezet. Dit zogenoemde derogatiemeetnet meet de gevolgen voor de landbouwpraktijk en de waterkwaliteit als landbouwbedrijven afwijken van de Europese gebruiksnorm voor dierlijke mest. Het meetnet omvat driehonderd graslandbedrijven. Het derogatiemeetnet is een onderdeel van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM). Van 284 graslandbedrijven is zowel de bedrijfsvoering als de waterkwaliteit gemonitord. Van iets minder dan driehonderd bedrijven is gerapporteerd doordat sommige achteraf geen derogatie toepasten of kregen en door bedrijfswisselingen in het meetnet. Lees verder