Nieuwste berichten
Onderwerp: Melkveehouder
Kringlopen sluiten met 100% biologische mest
2 mei 2011
De biologische sector is op weg naar 100% biologische mest. Dat kan alleen maar als de aanwezige mest op melkveebedrijven meer dan tot nu toe beschikbaar komt voor de akker- en tuinbouw. Wat dit betekent voor grasklaverprodcutie en bodemkwaliteit, is door het Louis Bolk Instituut onderzocht in een langjarige proef op Aver Heino (2001-2007). Lees verder
Naar oplossingen voor het mestprobleem : Netwerk: Samen sterk voor een steviger strategie
2 mei 2011
Het netwerk ‘Samen Sterk voor een steviger strategie’ bestaat uit 11 melkveehouders (sommigen in combinatie met varkenshouderij), een loonwerker, een commerciële mesttransporteur/vergister, een medewerker van For Farmers, een accountant en een relatiebeheerder van de Rabobank. De mensen wonen in de gemeente Berkelland (Gelderland). Doel van het netwerk is om oplossingen te bedenken om de mestwetgeving, die vanaf 1 januari 2006 is gaan gelden, zo goed mogelijk na te kunnen leven. Na een jaar netwerken blijkt mestvergisten tegen te vallen als oplossing voor het mestbeleid. Mestverwerking lijkt noodzakelijk om nationaal een oplossing te genereren voor het mestprobleem. Daarnaast onderkent het netwerk dat op bedrijfsniveau nog veel te halen is, want toepassen van de bedrijfsspecifieke excretie blijkt heel interessant Lees verder
Blijvend grasland of grasklaver in rotatie met snijmais
2 mei 2011
Veel melkveebedrijven vroegen in 2006 drogatie aan en zaaiden maisland in met gras om aan de verplichting van 70 procent gras en 30 procent bouwland te voldoen. Op veel bedrijven leidt dit tot veranderingen in het bouwplan en de bemesting. In dit artikel worden enkele keuzes voor het bouwplan van melkveebedrijven op zandgrond besproken Lees verder
Nieuwsbrief Melk & mineralen 1 – juli 2005
2 mei 2011
In deze nieuwsbrief is de aandacht gericht op de fosfaathuishouding op agrarische bedrijven in het duingebied: Duinboeren en daden: Optimale fosfaatkringloop; Fosfaattoestand in Duinboerengebied; De fosfaatproblematiek in een notendop. Verder in Portret een reportage over Zuivelboerderij de Kern in Drunen Lees verder
Prestatie lagekostenbedrijf in 2004 = Low-cost farm: performance in 2004
1 mei 2011
De ongunstige inkomensontwikkeling en de dalende opbrengsten zijn een belangrijke aanleiding voor het Lagekostenbedrijf in 1997. Tot en met 2003 is het een zuiver melkveebedrijf met 400.000 kg melkquotum en 32 hectare kleigrond. Vanaf 2003 zijn een aantal wijzigingen opgetreden. Er is een nieuwe veestapel gekomen (met de helft Montbéliardes) en er zijn een aantal bouwkundige aanpassingen verricht. In 2004 is het quotum met 30.000 kg uitgebreid. Het hoofddoel om een kostprijs te realiseren van € 34/100 kg melk is in 2004 bereikt. De arbeidsdoelstelling van 50 arbeidsuren per week is niet gehaald door uitbreiding van de veestapel. Het doel van dit rapport is om een goed beeld te geven van de bedrijfsvoering, de bedrijfsresultaten en de resultaten van het onderzoek in 2004. Er is in het rapport uitgebreid aandacht voor de verschillen in resultaten van de groep Holsteins en de groep Montbéliardes Lees verder
Installatie lijkt op een koeienpens [: special: Mest en energie]
1 mei 2011
Aanwijzingen worden gegeven hoe men een vergistingsinstallatie moet ‘voeren’, waarbij men in het achterhoofd kan denken aan het voeren van koeien Lees verder
Ammoniakemissie op de Marke : onderzoek en resultaten van 1994 tot 2001
1 mei 2011
Related Links Bekijk het volledige artikel
Nieuwe vloer voor lagekostenbedrijf
1 mei 2011
Het lagekostenbedrijf is bezig met een omschakeling. De eerste fase (1997-2002) is afgerond en vanaf dit jaar gaat een nieuwe fase van start. Naast een aantal kleine wijzigingen springen een nieuwe veestapel (waarvan de helft Montbeliarde), een nieuwe jongveehuisvesting en een nieuwe vloer het meest in het oog. Op deze laatste aanpassing en de gevolgen daarvan voor de mestopslag wordt hieronder verder ingegaan Lees verder
Kwaliteit van rundveedrijfmest : rantsoeninvloed, chemische mestkwaliteit en biologische bepalingen
1 mei 2011
Deze verkenning van mestkwaliteit valt uiteen in twee onderdelen. Het eerste deel betreft een set van 16 monsters die ten behoeve van dit onderzoek uitgebreid zijn geanalyseerd. De ene helft van deze set is afkomstig uit de Mestproductieproef van Joan Reijs. De andere helft van een achttal Bioveem-bedrijven. Er is informatie verzameld over de rantsoenen waarop deze drijfmest is geproduceerd. Lees verder

