Nieuwste berichten
Onderwerp: Melkveehouder
Analyseer bemesting : verbeter bemesting in 2004 dankzij kennis huidig groeiseizoen
1 mei 2011
Uitleg omtrent BAT (BemestingsAnalyse Tool), een computerprogramma dat de geregistreerde stikstof- en fosfaatbemesting na een seizoen analyseert en aanbevelingen geeft voor het volgende groeiseizoen Lees verder
vergister is geen mestsilo : mestverwerking
1 mei 2011
Wie eenmaal zeker weet dat er een mestvergister op z’n erf komt te staan, dient zich niet alleen te verdiepen in de techniek van de gasmotor en het stroomagregaat, maar ook in die van de silo Lees verder
N-mineraal in bodem indicator voor nitraat in grondwater
1 mei 2011
Gesteld wordt dat op droge zandgrond de hoeveelheid N-mineraal in de bodem in het najaar de beste indicatie is om de nitraatconcentratie in het grondwater te voorspellen voor het voorjaar daarop. Met de Nmin-meting kunnen boeren zien waar de stikstofverliezen zullen optreden Lees verder
Voer beperkt ammoniakuitstoot
1 mei 2011
Om de ammoniakvervluchtiging uit melkveestallen te verlagen is meer mogelijk dan verlaging van het ureumgetal in de melk (door een lagere stikstofuitstoot van de koe als gevolg van minder eiwit in het rantsoen). Het Nutriënten Management Instituut onderzoekt de mogelijkheden van andere parameters in het voer. Bepalend voor de ammoniakvervluchtiging is de zuurgraad van de mest; een hogere zuurgraad betekent dat meer stikstof in de mest blijft in de vorm van ammonium. De zuurgraad is te beïnvloeden door een lagere kationen-anionenverhouding in het voer (toevoeging van bijv. extra cloride) en door een hoger gehalte onverteerbare ruwe celstof (bijv. door een structuurrijkere kuil of het voeren van beheersgras). Als via simpele aanpassingen van het rantsoen de ammoniakvervluchtiging te beperken zou zijn is dat voor melkveehouders interessanter dan de bouw van dure emissiearme stallen Lees verder
Verlaging overschot : vee en bodem in balans
1 mei 2011
Een terugblik op de aanpassingen die op het praktijkcentrum De Marke zijn gedaan met als doel het stikstofoverschot terug te dringen Lees verder
6 maanden mestopslag niet altijd voldoende [: thema]: Schaalvergroting
1 mei 2011
Extra mestopslagruimte boven de verplichte 6 maanden kan nuttig zijn. Daarom is voor 2 voorbeeldbedrijven de minimale grootte aan mestopslag berekend voor respectievelijk 6, 7 en 8 maanden. Ook zijn de kosten vergeleken voor 1.000 m3 mestopslag in respectievelijk een mestsilo (van hout, beton, staal), een mestsilo (van folie in staalframe), een foliebassin, en een mestzak Lees verder
Robotjes jagen mestschuif de stal uit
1 mei 2011
Introductie van een compacte uitmestrobot, de Discovery van Lely. De eigenschappen hiervan worden vergeleken met de eerder uitgebrachte JOZtech van het Westwoudse bedrijf JOZ Lees verder
Sober systeem : visie lagekostenbedrijf tweede fase
1 mei 2011
Een globale evaluatie van de resultaten van het lagekostenbedrijf vanaf eind 1997 Lees verder
Waar blijft de klaver? : klaver op veebedrijven motor achter stikstofvoorziening akkerbouw
1 mei 2011
De biologische melkveehouderij speelt een sleutelrol in het leveren van biologische mest voor biologische akker- en tuinbouwbedrijven, maar het gemiddelde melkveebedrijf heeft weinig mestoverschot. Verhoging van het klaveraandeel in het grasland zal de motor moeten zijn om de eigen mestbehoefte op het melkveebedrijf te verminderen en ruimte te creëren voor meer mestafzet. Praktijkervaringen met gras/klaver op biologische bedrijven, knelpunten en mogelijkheden Lees verder
Ontwikkeling P-AL getal op het lagekostenbedrijf (1997-2005) = Development P-AL number on low-cost farm (1997-2005)
1 mei 2011
In 1997 is het Lagekostenbedrijf (LKB) van start gegaan. De hoofddoelstelling van dit bedrijf is het produceren van melk tegen een kostprijs van maximaal € 34,- per 100 kg melk. Alle bedrijfsonderdelen dragen aan deze doelstelling bij. Voor grasland betekent dit onder andere het zo scherp mogelijk afstemmen van de bemesting op de behoefte. Bovendien is de eerste jaren, vooruitlopend op het toekomstig mestbeleid, een beperking gesteld aan de kunstmestfosfaatgift. De eerste jaren was de fosfaatbemesting gericht op het “op de norm bemesten” (overeenkomstig het bemestingsadvies). Vanaf 2003 is besloten om niet meer aanvullend te bemesten met kunstmest fosfaat. Alle fosfaat komt vanaf dat moment uit dierlijke mest. Daarbij bepaalt de stikstofbehoefte de plaatsing van deze dierlijke mest op het bedrijf. De fosfaatbemesting is dus een resultante. Door deze aangepaste strategie daalt de P-toestand van grasland (P-AL getal) waarschijnlijk en zal in de toekomst mogelijk ook de opbrengst (negatief) beïnvloeden. Het doel van deze studie is het analyseren van de ontwikkeling van de fosfaattoestand in de bodem, waarbij effecten van de fosfaatgift, graslandgebruik (maaien) en graslandvernieuwing op deze ontwikkeling worden getoetst Lees verder

