Onderwerp: Voer

Dieren hebben voedsel nodig. Wat zij eten heeft invloed op de productie en de samenstelling van de mest. Ondernemers met een agrarisch bedrijf houden een administratie bij over de herkomst, de samenstelling en de bestemming van meststoffen. Zo maken zij inzichtelijk hoe ze omgaan met meststoffen. Hieronder vindt u het laatste nieuws dat te maken heeft met voer en mest.

Nutriëntenstromen veroorzaken mestprobleem in Nederland, maar regels pakken vooral compost aan

2 mei 2011

Nederland is een gebied met netto aanvoer van mineralen en zware metalen. Regelgeving legt echter zuivere kringloopproducten, zoals compost, strenge normen op maar doet dat niet bij producten die netto nutriënten en zware metalen aanvoeren. En dat terwijl de aanvoer naar de bodem via compost slechts 1 à 2% uitmaakt van de totale aanvoer Lees verder

Speel met bemesting actief in op het weer : teeltadvies

2 mei 2011

De lokale verschillen in neerslag worden steeds groter. Terwijl de ene kwekerij al drie weken geen regen heeft gezien, kan de ander een flinke portie hebben gehad. Kijk je naar de bemesting, dan is er een samenspel tussen het weer, de gewasontwikkeling, de water- en de mestgift. Elk bedrijf zal daar zelf actief op moeten inspelen Lees verder

Odor from pig production: its relation to diet

2 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

relatie tussen gebruiksintensiteit en de kwaliteit van graslanden als foerageerhabitat voor gruttokuikens

2 mei 2011

De huidige studie onderzocht op welke wijze de intensiteit van graslandgebruik het aanbod en de bereikbaarheid van prooidieren (arthropoden) voor gruttokuikens beïnvloedt. De ontwik¬kelingssnelheid van de vegetatie werd daarbij gebruikt als maat voor de landgebruiksintensiteit omdat deze het product is van alle maatregelen die een boer neemt om de productiviteit van de vegetatie te verhogen. De resultaten suggereren dat de vegetatiestructuur de belangrijkste bepalende factor is die de geschiktheid van grasland als foerageerhabitat voor Grutto families bepaalt. Het totale aantal arthropoden nam licht toe met toenemende intensiteit van het landgebruik. De toename in vegetatiehoogte was echter zo groot dat de dichtheid in arthropoden per volume vegetatie afnam met toenemende beheersintensiteit. De dichtere vegetatiestructuur tezamen met de afnemende prooidierdichtheid leidt ertoe dat de energetische kosten van foerageren toenemen bij toenemende beheersintensiteit. Dit duidt erop dat de meest ijle en open vegetaties de meest geschikte foerageerhabitat vormen omdat arthropoden hierin het sterkst geconcentreerd voorkomen en omdat de foerageerkosten het laagst zijn. Voor het creëren van een dergelijke open structuur lijkt onder de huidige omstandigheden het vasthouden van een hoog waterpeil tot en met de kuikenperiode essentieel omdat hiermee onafhankelijk van de voedselrijkdom de vegetatiegroei sterk geremd kan worden. Dit rapport beschrijft een gecombineerde analyse van de data, verzameld in Wormer- en Jisperveld, Gerkesklosster en Ronde Hoep (Kleijn, 2007) Lees verder

Ontwikkeling geleide bemestingssystemen in de teelt van prei 2002-2003

2 mei 2011

Geleide bemesting heeft tot doel om het aanbod van nutriënten beter af stemmen op de gewasvraag, zodat bij optimale productie en kwaliteit de mestgift zo klein mogelijk is en de verliezen naar het milieu worden beperkt. Prei is qua areaal één van de meest geteelde groentegewassen in Nederland. Ca. 90% wordt geteeld op zandgrond. De stikstofgiften en –verliezen in de preiteelt zijn hoog, mede omdat de meeste prei wordt geteeld in een periode met een hoge kans op uitspoeling. Om het stikstofverlies te beperken zijn stikstofbijmestsystemen beschikbaar, die een belangrijk onderdeel zijn van geleide bemesting. In 2002 en 2003 heeft PPO in samenwerking met PRI op proeftuin Meterikse Veld (zandgrond) in een late herfstteelt prei twee verschillende stikstofbijmestsystemen onderzocht Lees verder

Vooral in de zomer vergt bemesting extra aandacht : goed sturen vereist goede informatie

2 mei 2011

In de zomer heeft het gewas door de hogere instraling en extra verdamping veel behoefte aan water en voedingsstoffen. Behalve de kwantiteit is de samenstelling van het gietwater van groot belang om zowel de gewenst productie als kwaliteit te realiseren. Temeer daar telers in de zomer vaak moeten overschakelen op water van mindere kwaliteit. Dat vereist extra aandacht en meetdiscipline, stelt Martien Melissant van toeleverancier Van Iperen Lees verder

Stikstoflevering uit onvergiste en vergiste runderdrijfmest na zodebemesting van grasland op zware zeeklei = Nitrogen supply from raw and anaerobically digested cattle slurry injected shallowly into grassland on heavy sea clay

1 mei 2011

In deze studie is het effect van vergisting van runderdrijfmest op de stikstofopname na zodebemesting van grasland onderzocht. Onvergiste en vergiste runderdrijfmest werd begin maart en eind juni 2003 toegediend aan grasland op zware zeeklei. De stikstofopbrengst van een aantal volgsneden werd bepaald. Bij toediening van 30-33 ton ha-1 had vergiste drijfmest een significant hogere stikstofopbrengst van de eerste snede tot gevolg, zowel na toediening begin maart als na toediening eind juni. In de volgende sneden waren er geen significante verschillen tussen onvergiste en vergiste drijfmest. Lees verder

Zware metalen op De Marke

1 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Rijenbemesting met dierlijke mest in maïs geeft lager Minas-overschot

1 mei 2011

Resultaten van praktijk- en veldonderzoek van PV en PPO naar toepassing van drijfmest als rijenbemesting in snijmaïs, in vergelijking met volvelds toediening, al dan niet met een startgift van kunstmest. De drijfmest in de rij werd toegediend bij het zaaien. Door de betere mestbenutting leidt rijenbemesting tot hogere opbrengsten; een kunstmestgift kan worden weggelaten. Ook de bedrijfseconomische resultaten geven een positief beeld. Door het lagere Minas-overschot is het systeem vooral geschikt droge, uitspoelingsgevoelige gronden Lees verder

Hulpmeststoffen in de biologische glastuinbouw : noodzaak en discussie

1 mei 2011

Door de hoge gewasbehoefte bij intensieve glasteelten in combinatie met de wettelijke beperkingen aan het gebruik van stalmest, is aanvullende bemesting met snelwerkende meststoffen noodzakelijk. In het kader van het BIOKAS-project is de werkzaamheid onderzocht van een groot aantal hulpmeststoffen, zowel van plantaardige als dierlijke oorsprong. De kwaliteit van de meststoffen werd beoordeeld op grond van het stikstofleverend vermogen. Verenmeel biedt het gunstigste perspectief maar staat ter discussie wegens de herkomst uit de intensieve veehouderij. Een aantal plantaardige hulpmeststoffen kunnen qua mineralisatiesnelheid en prijs concurreren met producten uit slachtafval. In een tabel de samenstelling, het stikstofleverend vermogen en de prijs van de geteste hulpmeststoffen Lees verder