Onderwerp: Voer

Dieren hebben voedsel nodig. Wat zij eten heeft invloed op de productie en de samenstelling van de mest. Ondernemers met een agrarisch bedrijf houden een administratie bij over de herkomst, de samenstelling en de bestemming van meststoffen. Zo maken zij inzichtelijk hoe ze omgaan met meststoffen. Hieronder vindt u het laatste nieuws dat te maken heeft met voer en mest.

Duurzame groenteteelt vraagt om rustgewas in de rotatie : thema bemesting

16 juni 2011

Granen of veevoedergewassen worden steeds meer uit de rotatie geweerd. Deze rustgewassen kunnen op deze bedrijven een landbouwkundige en dus indirect een economische meerwaarde opleveren. In de biologische bedrijfsvoering laten ze toe om zonder kunstmest de bemesting op het bedrijf rond te krijgen Lees verder

Geslaagde studiedag biologische glasgroenteteelt [Thema: Bodem]

15 juni 2011

Op 4 oktober 2007 ontmoetten de Vlaamse en de Nederlandse sector van biologische glasgroenten elkaar in Assenede ter gelegenheid van de studiedag ‘Gezonde bodem, vitaal gewas’. Het was al voor het vierde opeenvolgende jaar dat Nederlandse en Vlaamse onderzoekers samen een studiedag organiseerden rond het thema bodemvruchtbaarheid en bemesting Lees verder

Kansen voor pluimveemest : in de gehele biologische productieketen

14 juni 2011

Deze brochure schetst de mogelijkheden voor verbetering van de afzet van pluimveemest in de biologische productieketen. Basis hiervoor vormt het project Kippenmest en Kringloop dat in de periode 2007 – 2011 door het Louis Bolk Instituut is uitgevoerd. Pluimveehouders in Nederland zijn vaak weinig grondgebonden. Daarom moet de mest worden afgevoerd. Afzet is echter niet altijd eenvoudig. Dit komt omdat de samenstelling van pluimveemest niet optimaal is. Vooral de relatief lage N/P- verhouding speelt een goede afzet naar de akker- en tuinbouw parten. Kansen voor Pluimveemest toont dat er goede mogelijkheden zijn om tot een gunstiger N/P-verhouding te komen via de voersamenstelling. Ook via andere wegen kan de afzet van pluimveemest worden verbeterd. Dat kan bijvoorbeeld door middel van (zo snel mogelijk) drogen, pelletteren en opmengen met andere mestsoorten. Lees verder

Ontwikkeling van geleide bemestingssystemen bij de teelt van zetmeelaardappelen

7 juni 2011

In het kader van LNV-onderzoeksprogramma Mest- en Mineralen verrichten PPO en PRI onderzoek aan systemen van geleide bemesting. Geleide bemesting heeft tot doel om het aanbod van nutriënten beter af stemmen op de gewasvraag, zodat bij optimale productie en kwaliteit de mestgift zo klein mogelijk is en de verliezen naar het milieu worden beperkt. De stikstofbemesting in de zetmeelaardappelteelt is gericht op het behalen van een optimaal financieel rendement, waarbij de stikstofgift niet te laag en niet te hoog mag zijn. De stikstofgift wordt afgestemd op het ras en vaak in één keer vóór poten toegediend. Echter, de wisselende en moeilijk te voorspellen mineralisatie van stikstof maakt het lastig om de optimale gift goed te kunnen bepalen. Om hier beter op in te kunnen spelen, zijn bijmestsystemen ontwikkeld, waarbij met een lagere stikstofgift wordt gestart en in de zomer wordt bijbemest. De hoogte van de bijmestgift wordt bepaald na meting van de stikstofvoorraad in de bodem of de stikstoftoestand van het gewas Lees verder

Ganzen brengen landbouw naar het veen

25 mei 2011

In de afgelopen 20 jaar zijn vele miljoenen euro’s geïnvesteerd om vermesting, verzuring en verdroging in vennen en duinplassen tegen te gaan. En veelal met succes. Echter na foerageren op voedselrijke landbouwgronden in de omgeving kunnen ganzen en andere watervogels gaan rusten, ruien, broeden en .. poepen in de relatief rustige natuurreservaten. Voor de evaluatie is onder meer onderzocht of een teveel aan watervogels kan leiden tot hernieuwde vermesting van de opgeschoonde wateren. De resultaten van deze deelstudie worden in dit artikel nader belicht. Een bijdrage vanuit Vereniging Natuurmonumenten en B-ware Lees verder

Rekentool Fosforbenutting in veevoer

20 mei 2011

Nevedi en LTO hebben samen een rekentool ontwikkeld waarmee varkenshouders inzicht kunnen krijgen in de efficiëntie van fosfor in veevoer. Lees verder

Blik op gewaskosten : hoogste kunstmestgift leidt niet tot hoogste gewasopbrengst : achter de komma

19 mei 2011

De bedrijfskundig adviseur geeft zijn visie op een specifiek kengetal in de melkveehouderij: dit keer de gewaskosten. Lees verder

‘Praktijknetwerk maakt telers meer bewust van nutriënten en water’ : chrysantentelers uit Limburg en Bommelerwaard wisselen gegevens uit

17 mei 2011

Vijf chrysantentelers in Limburg en de Bommelerwaard leveren aan onderzoeker Wim Voogt gegevens over het klimaat, de watergift en het gebruik van stikstof, kalium en fosfaat. De bodemsoort en de grondwaterstand zijn van grote invloed op het gietgedrag en de bemesting. De telers hebben de frequentie van het gieten aangepast. De stikstofconcentratie blijft echter een aandachtspunt. Er is een overschot van stikstof tussen gift en opname Lees verder

Monitoring gesloten voer-mest kringlopen : achtergronddocument bij ‘Kwalitatieve monitor systeeminnovaties verduurzaming landbouw’

12 mei 2011

Dit onderzoek richt zich op de percepties over de ontwikkeling van de systeeminnovatie ‘Gesloten voer-mest kringlopen’ als één van de graadmeters voor de verdduurzaming van de veehouderij. Hiertoe zijn interviews gehouden met respondenten uit beleid, onderzoek en ketens. Uit de interviews komt naar voren dat de ontwikkeling van de gesloten voer-mest kringlopen in de voorontwikkelingsfase zit, èn dat een grote diversiteit omtrent de percepties heerst. Een belangrijk knelpunt is de economische haalbaarheid van mestverwerking. Als belangrijkste drijvende krachten achter het veranderingsproces worden genoemd de toenemende fosfaatschaarste op lange termijn, alsmede toenemende energieprijzen. Verder gaven respondenten aan dat voor het kunnen beoordelen van de vooruitgang meer feiten en cijfers beschikbaar zouden moeten zijn. Lees verder

Harmonisatie meetnetten voor nutriënten in oppervlaktewater

5 mei 2011

Monitoring van de regionale oppervlaktewaterkwaliteit door waterschappen en de meetinspanningen van het Landelijk meetnet effecten mestbeleid (LMM) sluiten onvoldoende op elkaar aan om de effecten van de maatregelen in de landbouw op de regionale oppervlaktewaterkwaliteit te beschrijven. Dit was een van de conclusies van de evaluatie van de meststoffenwet 2007 (RWS RIZA rapport 2007.002). Een knelpunt was dat in het LMM de slootwaterkwaliteit in de winter bemonsterd werd, omdat dan effecten van uitspoeling vanuit de landbouw het grootste zijn. Bij de monitoring van nutriënten in het oppervlaktewater ligt echter de nadruk op ecologische effecten. Deze effecten worden getoetst aan de zomergemiddelde concentratie. Daarom is sinds 2008 in het LMM een pilotstudie gestart waarbij op LMM bedrijven ook de slootwaterkwaliteit in de zomer bepaald wordt. Om met samen met de waterschappen te komen tot verbetering van de monitoring van de oppervlaktewaterkwaliteit zijn met een aantal waterschappen oriënterende gesprekken gevoerd. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat waterschappen over het algemeen een positieve houding hebben ten aanzien van harmonisatie van meetnetten om te komen tot beter inzicht in de effecten van het generieke mestbeleid op de waterkwaliteit. Waterschappen gaven wel aan dat aanpassen van hun meetnetten niet zonder meer mogelijk werd geacht. Daarom is aansluiting bij het LMM gewenst. De waterschappen zien graag een concreet voorstel voor de harmonisatie van de oppervlaktewatermeetnetten. Voorafgaand aan eventuele aanpassingen van meetnetten is het belangrijk dat behoeften van het Rijk en de waterschappen aan waterkwaliteitsgegevens geïnventariseerd en afgestemd worden. Lees verder