Nieuwste berichten
Onderwerp: Teelt
Op maat gesneden verzorging : onderhoud van zandgedomineerde sportvelden
2 mei 2011
Een zandgedomineerd sportveld bevat in de bovenste 10 centimeter meer dan 70 procent van het volume middelfijn zand. Er is vaak een hangwaterzone in een toplaag die bovenop een grindbed is geplaatst of in een verrijkte zandige laag op een bestaande ondergrond. Eén van de voordelen van zulke constructies is de grote mate van bespeelbaarheid, vier tot zes uur per dag tegen twee tot drie uur op een gewone gedraineerde standaardgrond. Ook voorkomt de hoge drainagesnelheid dat het spelen onder natte omstandigheden vaak moet worden afgelast. Geen doorsnee veld dus. Hoe onderhoud je dit? Lees verder
Praktijkhandreiking evenwichtige verschraling van natuurgronden : door uitmijnen van fosfaat met grasklaver en kalibemesting
2 mei 2011
Natuurontwikkeling op voormalige landbouwgronden wordt vaak beperkt door de aanwezige hoge fosfaatgehalten. In deze handreiking wordt ingegaan op het vaststellen van de fosfaattoestand van de bodem. Daarna wordt stapsgewijs de inzaai en bemesting van grasklaver besproken. Er wordt afgesloten met het aanleggen van monitoringveldjes voor het meten van het effect van uitmijnen op de fosfaattoestand Lees verder
Resultaten biologisch systeem 2007
2 mei 2011
Het project Nutriënten Waterproof richt zich op de ontwikkeling van duurzame bedrijfssystemen op zand-grond met een minimaal verlies van nutriënten naar het grond- en oppervlaktewater én een goede op-brengst en kwaliteit van de gewassen. Daartoe wor-den sinds 2005 diverse innovatieve maatregelen op semi-praktijkschaal beproefd in vier bedrijfssystemen op PPO-proefbedrijf Vredepeel. Dit infoblad beschrijft de resultaten van het biologische bedrijfssysteem. Lees verder
Uit de mest- en mineralenprogramma’s : stikstofmonitoring gescheurd grasland op praktijkvelden (2004-2005)
2 mei 2011
In het project ‘Scheuren van grasland’ is in 2004 en in 2005 onderzoek verricht naar de stikstofdynamiek bij de teelt van tulpen en aardappelen op gescheurd grasland. Op verschillende momenten zijn Nmin-metingen uitgevoerd om een indruk te krijgen van de stikstofvoorziening tijdens het groeiseizoen en van de hoeveelheid Nmin in november om een schatting te kunnen maken van de risico’s op stikstofuitspoeling gedurende het winterseizoen. Bij tulp gaat het om 8 percelen op kleigrond in West-Friesland (NH) in 2004 en 4 percelen op zandgrond in de Noordoostpolder in 2005. Bij aardappel betreft het 10 percelen op klei- en zandgrond verspreid over Nederland in 2004 en 4 percelen in 2005 Lees verder
Kleinere biologische bedrijven
2 mei 2011
Er zijn in Nederland en Vlaanderen veel kleinere biologische bedrijven. Zij houden zich vaak bezig met groenteteelt op kleine schaal en verkopen rechtstreeks aan de consument. Kenmerk van deze bedrijven is dat ze veel gewassen op een kleine oppervlakte telen. Veel bedrijven verkopen via groenteabonnementen, webwinkel, biologische markt of winkel aan huis. Deze bedrijven bepalen voor een belangrijk deel het gezicht van de biologische landbouw. Lees verder
Natriumadvies en smakelijkheid gras [Koe & Wij]
2 mei 2011
Het natriumadvies op grasland is niet gericht op verhoging van de graslandopbrengst, maar op de grasopname en de gezondheidstoestand van het vee. Aandacht voor de natriumvoorziening is dus zeker op zijn plaats Lees verder
Teelthandleiding zaaiuien : teelt van winteruien
2 mei 2011
Behalve de teelt van zaaiuien, waarbij in het voorjaar wordt gezaaid en in september/oktober wordt geoogst, is er jaarlijks ook een gering areaal winteruien. In tegenstelling tot zaaiuien, soms wel genoemd zomeruien, worden winteruien in de nazomer gezaaid. De oogst van dit gewas valt vanaf half juni in het daarop volgend jaar. Het doel van de teelt van winteruien is, uitsluitend vroeg in het seizoen, een vers product op de markt te brengen. Voor opslag zijn winteruien ongeschikt. De met winteruien gezaaide oppervlakte is van weinig betekenis. Het is een teelt met veel risico’s. Gedurende de overwinteringsperiode kunnen veel uieplanten wegvallen. Dit kan worden veroorzaakt door uitvriezen, maar ook door wateroverlast en dichtslempen van de grond Lees verder
Effect van teeltmaatregelen, afrijping en bewaring op de inhoudstoffen, droge stofgehalte en kiemrust van uien 2002-2004
2 mei 2011
De gezondheidsbevorderende eigenschappen heeft de ui te danken aan onder andere quercetin en de organische zwavelverbindingen. De smaak van de ui wordt bepaald door het pyruvaatgehalte en de hoeveelheid en samenstelling van de suikers (fructanen). In 2003 en 2004 is door middel van veldproeven nagegaan wat het effect is van de stikstofbemesting, zwavelbemesting, rassenkeuze en oogsttijdstip op de opbrengst en bewaring van uien. Daarnaast is ook het effect op bovengenoemde stoffen onderzocht Lees verder
Searching for crop characteristics correlated with nitrogen efficiency in potato
2 mei 2011
Veldproeven met verschillende aardappelrassen, grondsoorten en bemestingen zijn uitgevoerd om het verschil in stikstofbenutting tussen aardappelrassen te bepalen. Lees verder
Bijbemesting met Pulstec in consumptieaardappelen op zandgrond : verslag van veldonderzoek in 2009
2 mei 2011
Voor uitspoelingsgevoelige gewassen op zandgrond wordt gezocht naar mogelijkheden om de stikstofbenutting te verhogen om daardoor de uitspoeling van nitraat naar het grondwater te verminderen en (het risico van) opbrengstderving en kwaliteitsverlies door verlaging van de stikstofgebruiksnormen te beperken. In aardappel wordt de stikstofgift veelal gesplitst in een basisgift vóór poten en een bijmestgift bij begin knolzetting (rond 1 juni). In geval van bijbemesting met een korrelmeststof zoals KAS komen de korrels (deels) onderin de geulen te liggen, tussen de ruggen, waardoor de stikstof mogelijk minder goed wordt opgenomen door het gewas. Doel van deze proef was om na te gaan of door plaatsing van de bijmestgift in de aardappelruggen de stikstof beter door het gewas wordt opgenomen dan bij volvelds strooien. Tevens is nagegaan of door een betere plaatsing van de bijmestgift de basisgift stikstof die vóór het poten wordt gegeven, kan worden verlaagd, ervan uitgaande dat de stikstof uit de bijmestgift sneller beschikbaar is voor het gewas. Lees verder