Berichten over Wetgeving

Agricultural practice and water quality in the Netherlands in the 1992-2002 period : background information for the third EU Nitrates Directive Member States report

5 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Inventarisatie van het mestgebruik en de effecten op de belasting van het oppervlaktewater voor de gebieden Drentse Aa, Schuitenbeek, Krimpenerwaard en Quarles van Ufford

5 mei 2011

Voor het project ‘Monitoring Stroomgebieden’ is een inventarisatie naar het mestgebruik in de vier pilotgebieden uitgevoerd. Het geïnventariseerde mestgebruik in de vier gebieden is vertaald naar invoer voor het modelsysteem welke in Fase 3 is gebruikt. Met behulp van het modelsysteem zijn de effecten van de regionale mestgiften en bemestingstijdstippen op de uitspoeling van nutriënten naar het oppervlaktewater onderzocht. Voor de gebieden Drentse Aa, Schuitenbeek en Krimpenerwaard varieert de wijziging in de stikstofuitspoeling tussen de -11% en +22% als gevolg van de aanpassing van de stikstofbemesting en voor fosfor tussen de +1% en -20%. Voor het gebied Quarles van Ufford is het effect minder groot omdat voor dit gebied alleen het mestgebruik voor het landgebruik fruitteelt is bijgesteld. Het aanpassen van de bemestingstijdstippen heeft een minder groot effect op de uitspoeling. In één situatie in de Krimpenerwaard leidt het aanpassen van de bemestingstijdstippen tot een verhoogde uitspoeling van stikstof (+20%). Deze verhoogde uitspoeling was terug te leiden tot één mestgift in het vroege voorjaar in een periode van intensieve neerslag. Het later geven van deze mestgift leidt tot een vermindering van de uitspoeling (-6%). Uit de gebiedsinventarisatie blijkt dat in de Drentse Aa het bodemoverschot groter is dan in de Schuitenbeek. Toch leidt een hoger bodemoverschot in de Drentse Aa niet tot een verslechtering van de waterkwaliteit. Wel bestaan er risico’s voor de waterkwaliteit in de (nabije) toekomst. Zo zal er door klimaateffecten (meer neerslag) of hydrologische maatregelen (vasthouden van water) meer nutriënten kunnen uitspoelen naar het oppervlaktewater. Lees verder

Lozingenbesluit open teelt en veehouderij : voor een betere kwaliteit van sloten, beken, plassen en ander oppervlaktewater

5 mei 2011

Het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij is sinds 1 maart 2000 van kracht. Dit besluit is genomen om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen naar het oppervlaktewater te verminderen. Dit draagt bij aan een betere kwaliteit van het oppervlaktewater. Van alle ondernemers die vallen onder het Lozingenbesluit wordt verwacht dat zij op hun bedrijf de juiste maatregelen nemen. Het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij komt in hoofdzaak neer op: – het voorkomen van drift van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater, – het voorkomen van het meebemesten van de slootkanten, – het in acht nemen van teeltvrije, spuitvrije en bemestingsvrije zones, – het voorkomen van emissies door activiteiten in en rond de gebouwen. De regels met betrekking tot de percelen zijn aangepast aan de verschillende teelten en/of gewassen. De maatregelen in en rond de gebouwen zijn voor alle bedrijven hetzelfde, dus ongeacht de sector waarin een bedrijf actief is. Op de site kunt u ook doorklikken naar een Lijst met driftarme doptypen en naar specifieke maatregelen voor de vollegrondsgroenten. Sleutelwoorden: PPO-agv, akkerbouw, tuinbouw, gewasbescherming, geïntegreerde bestrijding, groenteteelt, aardbeien, vollegrondsgroenten, geintegreerde teelt, duurzame teeltvollegrondsgroenten, duurzame teelt, aardbei, lozingenbesluit, driftarme doppen Lees verder

Mest en oppervlaktewater : een terugblik 1985-2005 : deelrapportage ten behoeve van de Evaluatie Meststoffenwet 2007

5 mei 2011

Dit rapport beschrijft de kwaliteit én belasting met betrekking tot nutriënten van het Nederlandse oppervlaktewater van haarvaten tot aan de kustwateren van januari 1985 tot januari 2006. Het accent ligt hierbij voornamelijk op de regionale oppervlaktewateren in landbouwkundig ingerichte gebieden. Het rapport behandelt de vragen van de ex-post analyse uit de Evaluatie Meststoffenwet 2007: Wat is de milieukwaliteit, uitgesplitst naar te onderscheiden grondsoorten en gewassen, van het oppervlaktewater als het gaat om totaal stikstof en totaal fosfaat In hoeverre worden de vastgestelde milieukwaliteitsnormen en –doelstellingen voor totaal stikstof en totaal fosfaat in oppervlaktewater gehaald Lees verder

Mineralen beter geregeld : evaluatie van de werking van de Meststoffenwet 1998-2003

5 mei 2011

In de Meststoffenwet is vastgelegd, dat LNV tweejaarlijks verslag doet van de werking van de wet. De uitvoering is bij het Milieu- en Natuurplanbureau gelegd. Het evaluatieonderzoek is uitgevoerd met een groot aantal partners Lees verder

Agricultural practice and water quality on farms registered for derogation : results for 2007 in the derogation monitoring network

5 mei 2011

Dit rapport geeft een overzicht van de bemestingspraktijk en de waterkwaliteit in 2007 op graslandbedrijven in Nederland die meer dierlijke mest mogen gebruiken dan in Europese regelgeving is aangegeven (derogatie). De gegevens uit dit (RIVM, LEI) onderzoek kunnen worden gebruikt om de gevolgen voor de waterkwaliteit te bepalen. De waterkwaliteit gemeten in 2007 geeft de gevolgen weer van de landbouwpraktijk in 2006, het eerste jaar dat de derogatie in de praktijk werd toegepast Lees verder

Combinatiemogelijkheden van de modellen MAM en DRAM met een toepassing van de Nitraatrichtlijn

5 mei 2011

Dit rapport doet verslag van een onderzoek waarin het Mest- en ammoniakmodel (MAM) en Dutch Regionalised Agricultural Model (DRAM) zijn afgestemd en gecombineerd toegepast voor het doorrekenen van een tweetal situaties. De basis (2002) en een scenario met daarin de verwachte beleidsmaatregelen voortkomend uit de Nitraatrichtlijn en derogatie. In de toepassing is ook het OPS-model (Operationeel Prioritaire Stoffen model) van RIVM ingezet voor de berekening van de ammoniakdepositie. De effecten op de veestapel, inkomen, bodembelasting en ammoniakemissie en -depositie zijn consistent met elkaar. Lees verder

Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie : resultaten meetjaar 2008 in het derogatiemeetnet

5 mei 2011

Dit rapport geeft een overzicht van de bemestingspraktijk in 2008 en de waterkwaliteit in 2008 en 2009 op graslandbedrijven in Nederland die meer dierlijke mest mogen gebruiken dan in Europese regelgeving is aangegeven (derogatie). De gegevens uit dit onderzoek kunnen worden gebruikt om de gevolgen voor de waterkwaliteit te bepalen. De waterkwaliteit gemeten in 2008 geeft de gevolgen weer van de landbouwpraktijk in 2007, het tweede jaar dat de derogatie in de praktijk werd toegepast. De waterkwaliteit gemeten in 2009 geeft de gevolgen weer van de landbouwpraktijk in 2008. De Europese Nitraatrichtlijn verplicht lidstaten het gebruik van dierlijke mest te beperken tot een bepaald maximum. Een lidstaat kan de Europese Commissie vragen om onder voorwaarden van deze beperking af te wijken. Nederland heeft in december 2005 toestemming gekregen om van 2006 tot en met 2013 af te mogen wijken van de gestelde norm. Een van de voorwaarden is dat de Nederlandse overheid een monitoringnetwerk inricht en aan de Commissie jaarlijks rapporteert over de resultaten daarvan. Het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Landbouw Economisch Instituut (LEI) hebben in 2006 voor Nederland een monitoringnetwerk opgezet. Dit zogenoemde derogatiemeetnet meet de gevolgen voor de landbouwpraktijk en de waterkwaliteit als landbouwbedrijven afwijken van de Europese gebruiksnorm voor dierlijke mest. Het meetnet omvat driehonderd graslandbedrijven. Het derogatiemeetnet is een onderdeel van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM). Van 284 graslandbedrijven is zowel de bedrijfsvoering als de waterkwaliteit gemonitord. Van iets minder dan driehonderd bedrijven is gerapporteerd doordat sommige achteraf geen derogatie toepasten of kregen en door bedrijfswisselingen in het meetnet. Lees verder

Advies aanpassing besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen

5 mei 2011

Advies TCB Lees verder

Vierde Nederlandse Actieprogramma betreffende de Nitraatrichtlijn (2010-2013)

5 mei 2011

De Nitraatrichtlijn verplicht de lidstaten om vierjarige actieprogramma’s te maken. In dit actieprogramma staan de maatregelen die Nederland vanaf 2010 neemt om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te verbeteren. Voor nitraat komt het er op neer dat op circa de helft van de landbouwgronden het gehalte in het bovenste grondwater nog niet aan de norm van de Nitraatrichtlijn voldoet: vooral in de zand- en lössgebieden en in beperkte mate in de kleigebieden, schiet de kwaliteit nog tekort. Op grond van de Nitraatrichtlijn mag op een hectare landbouwgrond per jaar maximaal 170 kg stikstof uit dierlijke mest worden gebruikt. De afgelopen vier jaar hebben Nederlandse melkveehouders van de Commissie toestemming gekregen 250 kg stikstof te gebruiken. Deze zogenaamde derogatie is belangrijk voor zo’n 25.000 melkveehouders; die zouden anders mest moeten afvoeren en meer kunstmest moeten gebruiken Lees verder