Onderwerp: Teelt

De mestnormen worden nog steeds naar beneden bijgesteld. Lagere mestnormen vragen om een beter teeltmanagement om toch voldoende opbrengst van gewassen te blijven halen. Dit geldt voor zowel de (melk)veehouderij als de akkerbouw. De mestnormen verschillen per grondsoort: klei en veen en zand en löss, en het maakt uit of er sprake is van gras- of bouwland. Hieronder vindt u het laatste nieuws over mestnormen en teeltmanagement.

Spuittechniek in potplanten

3 mei 2011

Powerpointpresentatie over de effectiviteit van de bestrijdingstechnieken in potplanten. Aan de orde komen: wat en waar? bestrijdingsmiddel, hoeveelheid geformuleerd product, dichtheid gewas (leaf area index), indringing en bedekking van het gewas, klimaat en toedieningstechniek. Lees verder

Praktijktoetsing stikstofbemesting hyacint via blad

3 mei 2011

Informatieposter “praktijktoetsing stikstofbemesting hyacint via blad”. Bladbemesting blijkt een bruikbaar alternatief voor korrelbemesting indien er te weinig neerslag valt in de maanden april en mei om korrelmest in te spoelen. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met weersomstandigheden, zoals niet te scherpe zon, geen harde wind en niet toepassen in combinatie met herbiciden Lees verder

Duurzame maïsteelt op zandgrond : verslag van een deskundigendag, gehouden op 22 april 2010

3 mei 2011

Voor de melkveehouderij op zandgrond is de maïsteelt belangrijk. Zetmeelrijke, eiwitarme maïs combineert uitstekend met zetmeelarm maar eiwitrijk gras, wat goed is voor de koe maar ook voor het milieu omdat een maïsgewas zeer efficiënt met water omgaat en omdat een rantsoen met maïs de emissies van lachgas en ammoniak beperkt. Bovendien kan door de voeding van maïs op krachtvoer worden bespaard. Daar staat tegenover dat op veel bedrijven bij de maïsteelt te veel meststoffen en herbiciden naar het grond- en oppervlaktewater verloren gaan. Dat maakt het voor waterbeheerders moeilijk te voldoen aan de kwaliteitsnormen die de Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt. Ook de maïstelers zijn daar niet blij mee, omdat dit duidt op een slechte benutting van grondstoffen. De teeltkosten zijn dan te hoog, de gewasopbrengsten te laag, of de bodemkwaliteit lijdt eronder. Lees verder

Maize special

3 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Bemesten naar behoefte van de plant bespaart geld en energie: meer aandacht voor watergebruik met meststoffengiften lonend

2 mei 2011

Op de bedrijven van Wim Peters in Someren worden de tomatenplanten meteen op het plantgat gezet, in plaats van ernaast. Toch kunnen ze heel generatief telen door een aangepaste watergift. Het is een voorbeeld van goed sturen via het substraat, onderdeel van precision growing. Volgens de steenwolfabrikant valt er nog veel te besparen op de watergift en het meststoffengebruik door meer aan te sluiten op de actuele behoefte van de plant. Dat spaart geld en energie. Lees verder

Stikstofwerking dikke fractie gescheiden mest als meststof voor een groenbemester : onderzoek toepassing in najaar 2009 op kleigrond

2 mei 2011

Toepassen van mest in de akkerbouw is noodzakelijk om het organisch stofgehalte van de bodem op peil te houden en met de mest worden goedkope mineralen toegediend. Dit maakt toepassen van mest in de akkerbouw ook economisch interessant. De belangrijkste toepassing van mest in de akkerbouw is de toepassing van varkensdrijfmest. Het tijdstip van toepassen van drijfmest is en wordt in de wetgeving al meer beperkt. Akkerbouwers op kleigrond staan huiverig tegenover het de toepassing van drijfmest in het voorjaar. Zij vrezen structuurbederf van de grond door de insporing van de zware mestmachine, verlating van het tijdstip van zaaien of poten en daardoor opbrengstverlies van het gewas dat geteeld wordt. Toepassen van mest in augustus op een graanstoppel gecombineerd met de teelt van een groenbemester zou een goed alternatief bieden voor de voorjaarstoepassing. De toepassing in augustus kan weliswaar met drijfmest worden uitgevoerd, maar omdat de dosering aangepast moet worden aan de N-behoefte van de groenbemester is de levering van fosfaat en organische stof dan beperkt. Het is daarom nuttig te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn van de dikke fractie bij toepassing op kleigrond in het najaar. Het doel van dit onderzoek is om akkerbouwers op klei het perspectief te tonen van de toepassing van de dikke fractie uit mestscheidingsprojecten toegepast in augustus gecombineerd met de teelt van een groenbemester om enerzijds aan de stikstofbehoefte van de groenbemester te voldoen en anderzijds de aanvoer van effectieve organische stof op peil te houden. Lees verder

‘Gewasbeschermingsmiddelen moeten niet worden toegepast om nalatigheid af te kopen’

2 mei 2011

Doel van toeleveranciersbedrijf in bloembollen is een optimale teelt met een kritisch oog naar het gebruik van middelen en meststoffen Lees verder

Bedekte grondteelten krijgen tijdelijk aangepaste mestregels

2 mei 2011

Voor de bedekte grondteelten gelden nu nog gebruiksnormen als het om bemesting met stikstof en fosfor gaat. Over vier jaar moeten daar emissienormen voor in de plaats komen. Tot die tijd geldt een overgangsbeleid. De stikstofnormen worden vanaf 2010 aanzienlijk soepeler, maar er komt ook een zorgplicht Lees verder

Informatieblad mineralen en milieukwaliteit : indicator voor stikstofmineralisatie in gescheurd grasland

2 mei 2011

Op verzoek van het ministerie van LNV is door Alterra, ASG, PPO, PRI en Blgg onderzoek uitgevoerd met als doel het verkrijgen van een methode van bodemanalyse om de stikstofmineralisatie uit gescheurd grasland te voorspellen. Lees verder

Informatieblad mineralen en milieukwaliteit : effecten van gereduceerd bemesten in consumptie-aardappel op drie praktijkpercelen

2 mei 2011

Verlaging van de N bemesting leidt tot verlaging van de nitraatuitspoeling op zandgronden. Deze overweging vormt de grondslag voor de aanscherping van N-gebruiksnormen voor ‘uitspoelingsgevoelige gewassen’. In het Telers Mineraal Paraat project werden enkele toetsen bij telers uitgevoerd met het doel om de impact vast te stellen van een verlaagde N-gift (groeiseizoen 2006) op de nitraatconcentratie in grondwater [NO3], gemeten in het opvolgend voorjaar (2007). Daarnaast werden ook ‘indicatoren’ voor nitraatuitspoeling bepaald: het N-overschot op de bodembalans, en de hoeveelheid minerale N in het bodemprofiel (Nmin, 0-90 cm) in het najaar. Een tweede doel was het effect op de knolopbrengst en -sortering vast te stellen Lees verder