Nieuwste berichten
Onderwerp: Uitrijden
Rijenbemesting met dierlijke mest in maïs geeft lager Minas-overschot
1 mei 2011
Resultaten van praktijk- en veldonderzoek van PV en PPO naar toepassing van drijfmest als rijenbemesting in snijmaïs, in vergelijking met volvelds toediening, al dan niet met een startgift van kunstmest. De drijfmest in de rij werd toegediend bij het zaaien. Door de betere mestbenutting leidt rijenbemesting tot hogere opbrengsten; een kunstmestgift kan worden weggelaten. Ook de bedrijfseconomische resultaten geven een positief beeld. Door het lagere Minas-overschot is het systeem vooral geschikt droge, uitspoelingsgevoelige gronden Lees verder
Ontwikkeling P-AL getal op het lagekostenbedrijf (1997-2005) = Development P-AL number on low-cost farm (1997-2005)
1 mei 2011
In 1997 is het Lagekostenbedrijf (LKB) van start gegaan. De hoofddoelstelling van dit bedrijf is het produceren van melk tegen een kostprijs van maximaal € 34,- per 100 kg melk. Alle bedrijfsonderdelen dragen aan deze doelstelling bij. Voor grasland betekent dit onder andere het zo scherp mogelijk afstemmen van de bemesting op de behoefte. Bovendien is de eerste jaren, vooruitlopend op het toekomstig mestbeleid, een beperking gesteld aan de kunstmestfosfaatgift. De eerste jaren was de fosfaatbemesting gericht op het “op de norm bemesten” (overeenkomstig het bemestingsadvies). Vanaf 2003 is besloten om niet meer aanvullend te bemesten met kunstmest fosfaat. Alle fosfaat komt vanaf dat moment uit dierlijke mest. Daarbij bepaalt de stikstofbehoefte de plaatsing van deze dierlijke mest op het bedrijf. De fosfaatbemesting is dus een resultante. Door deze aangepaste strategie daalt de P-toestand van grasland (P-AL getal) waarschijnlijk en zal in de toekomst mogelijk ook de opbrengst (negatief) beïnvloeden. Het doel van deze studie is het analyseren van de ontwikkeling van de fosfaattoestand in de bodem, waarbij effecten van de fosfaatgift, graslandgebruik (maaien) en graslandvernieuwing op deze ontwikkeling worden getoetst Lees verder
Evaluatie effectgerichte maatregelen (EGM) in multifunctionele bossen, Waarom volstaat een fosfaatbemesting met Ca bij lage pH? : het effect van Ca zonder het pH effect van bekalking : literatuuronderzoek
1 mei 2011
deelrapport in het kader van Overlevingsplan bos+natuur (obn). Hoewel er veel literatuur beschikbaar is over het effect van verzuring op bodem en plant, is in deze literatuurstudie afzonderlijke aandacht voor Ca2+ Lees verder
Kalibemesting van grasklaver op biologische melkveebedrijven
1 mei 2011
Dit rapport draagt bij aan de ontwikkeling van het kalibemestingsadvies voor grasklaver op biologische melkveebedrijven. Uitgangspunt vormt hierbij het huidige kalibemestingsadvies voor gras. Kaliumtekorten concentreren zich op het gewas en niet op het vee. Hoewel het K-gehalte in de bodem een vrij grove maat is, lijkt dit dan toch de meest haalbare indicator die voorspellend voor 2- 4 jaar kan aangeven of moet worden bijbemest. Bij maaipercelen met een K-gehalte van <15 op zandgrond en <12 op andere grondsoorten, moet in ieder geval zeker met een aanvoer van 300-350 kg K2O/ha worden. Lees verder
Onderzoek in de pijplijn: N-bemesting tulp in Noordoostpolder; Hippeastrum als droogbloeier; Aantastingen in Allium
1 mei 2011
Nieuwsflitsen uit het PPO onderzoek, waarbij aandacht voor de nieuwe meststoffenwet die in 2006 wordt ingevoerd. In hoeverre zijn Hippeastrumbollen te gebruiken als droogbloeier en ziekteverschijnselen bij diverse sieruien Lees verder
Ontwikkeling van een indicator om te sturen op nitraat : toetsing van de regressiemodellen voor nitraat
1 mei 2011
Binnen het project “Sturen op Nitraat” zijn regressiemodellen ontwikkeld. In dit rapport wordt op verschillende manieren getoetst hoe nauwkeurig de nitraatconcentratie uit waarnemingen aan de indicatoren kan worden voorspeld met behulp van de regressiemodellen. Dit wordt gedaan op basis van de metingen van het vierde meetseizoen. Het blijkt dat nieuwe meetpunten veelal binnen de 95-%-betrouwbaarheidsintervallen van de voorspelling vallen, wanneer deze is gebaseerd op de meest eenvoudige modellen en de gemeten Nminnitraat. Dit eenvoudige model, met bodem-Gt-gewas-combinatie (cluster) en Nminnitraat is bovendien het meest stabiele en praktisch toepasbare model Lees verder
PPO de Noord pioniert met het AutoMaatje
1 mei 2011
Ontwikkeling van zelfrijdende robot voor veldwerk in de bollenteelt (koppen van tulpen, bespuitingen, bemesting, mechanische onkruidbestrijding, meten van stikstofbehoefte, emissieloos spuiten, infrarood detectie) Lees verder
Bij zodebemesting toevoegmiddelen aan mest te duur
1 mei 2011
Overzicht van verschillende categorieën toevoegmiddelen aan dunne mest (chemisch, microbiologisch, fysisch of combinaties) en hun werking, en een berekening van de (economische) meerwaarde van toevoegmiddelen bij zodebemesting en bij bovengrondse toediening als gevolg van een betere N-benutting, minder kunstmestgebruik en een lagere MINAS-heffing. Wanneer een toevoegmiddel een 10% effectievere stikstofwerking geeft of een verhoging van de stikstoflevering van de bodem met 10 eenheden veroorzaakt, mag dit middel ongeveer € 30,- per hectare/jaar kosten bij zodebemsting. Indien bovengronds uitrijden van met toevoegmiddel behandelde mest zou worden toegestaan, wordt het economische voordeel groter; een toevoegmiddel mag dan € 110 per hectare per jaar kosten. Los van de al dan niet aangetoonde werking zijn toevoegmiddelen te duur (globaal tussen de € 68 en € 115 per hectare per jaar) om rendabel te kunnen worden toegepast bij zodebemesting Lees verder
Flinke verschuivingen in de bemestingstechniek
1 mei 2011
Andere systemen dan injectie, zoals sleepvoeten en sleepslangen, en systemen waarbij de mest in één werkgang onder wordt gewerkt, winnen op bouwland steeds meer terrein. Op grasland worden iets meer sleepvoeten en sleepslangen toegepast. Verder veranderen de bemestingstechnieken op grasland in de afgelopen vijf jaar echter weinig Lees verder
KEMA: bemestingsadvies voor glasteelten in grond
1 mei 2011
Beschrijving van het wetenschappelijk onderbouwd adviessysteem KEMA (Kontrole van de Evolutie van de Mineralen en hun Accumulatie). Met dit systeem is het mogelijk de evolutie van de verschillende voedingselementen in de teeltlaag te volgen in de loop van het jaar, met als doel de teeltlaag in optimale voedingsconditie te brengen of te houden Lees verder

