Onderwerp: Voer

Dieren hebben voedsel nodig. Wat zij eten heeft invloed op de productie en de samenstelling van de mest. Ondernemers met een agrarisch bedrijf houden een administratie bij over de herkomst, de samenstelling en de bestemming van meststoffen. Zo maken zij inzichtelijk hoe ze omgaan met meststoffen. Hieronder vindt u het laatste nieuws dat te maken heeft met voer en mest.

Alternatieven voor antimicrobiële voerbespaarders (AMGB’s) in vleeskuikenvoer = Alternatives for anti microbial growth promoters (AGPs) in the broiler diet

1 mei 2011

Het Praktijkonderzoek heeft in de afgelopen jaren regelmatig onderzoek gedaan naar mogelijke alternatieven voor antimicrobiële voerbespaarders in vleeskuikenvoer. In vier proeven zijn diverse mogelijke alternatieven onderzocht. Geen van die middelen bood echter een goed alternatief als vervanger van de nog toegelaten AMGB’s. In de tussentijd is de industrie doorgegaan met het zoeken naar en het ontwikkelen van mogelijke andere alternatieven. Aangezien het gebruik van AMGB’s per 1 januari 2006 wordt verboden, wil de sector graag weten hoe de stand van zaken is met betrekking tot de vraag: Zijn AMGB’s te vervangen? Het Praktijkonderzoek heeft in opdracht van het Productschap voor Pluimvee en Eieren (PPE) verder onderzoek gedaan naar alternatieven voor antimicrobiële voerbespaarders in vleeskuikenvoer. In dit onderzoek zijn de twee meest perspectiefvolle alternatieven uit een pilotstudie onder semi-praktijkomstandigheden onderzocht en vergeleken met een voer met AMGB (positieve controle) en een voer zonder AMGB (negatieve controle). De twee onderzochte alternatieven waren Enteroguard® en AviMos™. Avilamycine werd bij de positieve controle toegevoegd als AMGB. Het weglaten van AMGB’s in vleeskuikenvoer leidde in dit onderzoek tot een lager eindgewicht op 40 dagen leeftijd. Op 40 dagen leeftijd waren de dieren uit de negatieve controle 30 g (1,3 %) lichter dan de dieren uit de positieve controle. Dit is vooral veroorzaakt in de eindfase. De verminderde groei in de eindfase kon niet worden gecompenseerd door toevoeging van de twee alternatieven. Er was geen verschil in uitval tussen de vier proefgroepen Lees verder

Loze contracten in de melkveehouderij; oorzaken en mogelijke oplossingen

1 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Fasevoedering in de dracht loont niet

1 mei 2011

Op praktijkcentrum Sterksel is onderzocht wat verlaging van stikstof- en fosforuitscheiding via fasevoedering bij drachtige zeugen teweegbrengt gedurende de dracht en gedurende de eerste 4 worpen. In het bijzonder wordt gekeken naar milieuwinst en economische resultaten Lees verder

Strooi goed! : bouwstenen voor de verbreding van de ‘adviesbasis bemesting grasland en de voedergewassen’ anno 2003

1 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Gras/klaver in vruchtwisseling

1 mei 2011

Op Praktijkcentrum Aver Heino is een langdurige vruchtwisselingsproef aangelegd om, in samenwerking met het Louis Bolk Instituut, de stikstofbenutting op biologische melkveebedrijven te optimaliseren. Uitleg over de vruchtwisselingsschema’s (gras/klaver; snijmaïs; triticale) en de bemestingsstrategieën (toepassing van dierlijke mest op verschillende momenten in de vruchtwisseling) Lees verder

Effect van stikstofaanvoernormen 2003 op technische resultaten en N-excretie bij vleesvarkens = Effect of nitrogen reduction on performance and N-excretion in growing-finishing pigs

1 mei 2011

In het kader van de Europese Nitraatrichtlijn moet de stikstofuitscheiding verder teruggedrongen worden. In 2003 bedraagt de forfaitaire stikstofuitscheidingsnorm 11,7 kg stikstof per vleesvarken per jaar; 1,7 kg lager dan de norm voor 2000. Een van de wegen om de stikstofuitscheiding in de vleesvarkenshouderij verder te verminderen is verlaging van het ruweiwitgehalte (een maat voor het stikstofgehalte) in de voeders van vleesvarkens. Stikstof is echter een belangrijke bouwsteen voor de vorming van vlees en verlaging ervan in het voer kan de dierprestaties verminderen. In opdracht van de Productschappen Vee, Vlees en Eieren heeft Praktijkonderzoek onderzocht of deze lagere norm voor stikstofuitscheiding haalbaar was zonder negatieve effecten op de technische resultaten, slachtkwaliteit, gezondheid, en economische resultaten van vleesvarkens. In het onderzoek dat is uitgevoerd op Praktijkcentrum Sterksel, hebben we vier proefbehandelingen met elkaar vergeleken. Er was een proefgroep met gangbare ruweiwitgehalten in het startvoer en het eindvoer. Bij de overige drie proefgroepen werd het ruweiwitgehalte verlaagd in het startvoer (behandeling 2), of in het eindvoer (behandeling 3) of in beide voeders (behandeling 4). Het ruweiwitgehalte in het gangbare startvoer was berekend op 180 g/kg en in het aangepaste startvoer op 165 g/kg. In het eindvoer was ook een verlaging van 15 gram beoogd (van 165 g/kg naar 150 g/kg). De daadwerkelijk gerealiseerde verlaging van het ruw eiwitgehalte bleek echter 10 en 12 g/kg te zijn in respectievelijk het start- en het eindvoer. Door toevoeging van synthetische aminozuren is er voor gezorgd dat de gehalten aan essentiële darmverteerbare aminozuren gelijk waren in de voeders. De proefvoeders bevatten geen antimicrobiële groeibevorderaars. Per behandeling werden 144 vleesvarkens opgelegd (576 in totaal). De dieren waren gehuisvest met acht varkens per hok Lees verder

Biologische landbouw en MINAS

1 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Extra mestruimte door gras voor maïs : thema maïs

1 mei 2011

Het Nutriënten Management Instituut (NMI) stelde een stikstofbemestingsadvies op om te gebruiken bij de teelt van snijmaïs na de oogst van een snede gras of vanggewas Lees verder

Dietary influences on nutrient partitioning and anatomical body composition of growing pigs; modelling and experimental approaches

1 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Versneld naar Minas-eindnormen, Vee in balans : diermanagement (voeding, gezondheid), graslandmanagement (beweiding)

1 mei 2011

De Koeien en Kansen bedrijven hebben alle een verschillende strategie om versneld de Minas-eindnormen te halen door verschillen in bedrijfsomstandigheden en managementvoorkeuren. Grote verschillen zijn er in mate van beweiding, beweidingsysteem, gevoerde rantsoenen en de dierprestaties wat betreft productie per koe, levensproductie, vruchtbaarheid en celgetal. De bedrijfsvoering is vooral aangepast door minder te beweiden. Lees verder