Berichten over Wetgeving

NVV wil uitstel uitrijperiode

17 augustus 2011

Door de vele regenval in juli en begin augustus liggen de oogstwerkzaamheden achter op schema en hierdoor is volgens de Nederlandse Vakbond van Varkenshouders uitstel van de uitrijperiode van dierlijke mest gewenst. Lees verder

Actualisatie fosfaatgehalten en fosfaatafvoer van landbouwgewassen : een verkenning op basis van onderzoeksgegevens

9 augustus 2011

Nieuwe normen voor mesttoedoening zijn vanaf 2006 van kracht. Wat fosfaat betreft: de bemesting is afgestemd op de fosfaatafvoer met (oogst)producten. Het beleidsvoornemen is om met generieke afvoernormen te werken. Hetgeen een systematisch verschil kan opleveren met de praktijk. Daarom in dit versclag resultaten van veldproeven, voor zowel grasland, voedergewassen, akkerbouw, groenteteelt (ijssla en prei) als bloembollen Lees verder

Trends in de fosfaattoestand van landbouwgronden in Nederland in de periode 1998-2003

8 augustus 2011

Om inzicht te krijgen in hoeverre het mestbeleid effect heeft gehad op het verloop van de fosfaattoestand van landbouwgronden zijn de monsters die in de periode 1998-2003 door BLGG zijn genomen en geanalyseerd op de fosfaattoestand nader bestudeerd. Uit de analyse blijkt dat de fosfaattoestand van bouwlandpercelen enigszins is toegenomen. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de fosfaat¬toestand van kleibouwland is toegenomen. Voor de overige teelten (grasland en maïsland) zijn vooralsnog in deze periode geen duidelijke trends waarneembaar Lees verder

Regelgeving export naar Duitsland soepeler

5 augustus 2011

Vanaf 19 augustus 2011 treedt de nieuwe Europese Verordening in werking waarbij Europese landen geen extra eisen mogen stellen aan de import van verwerkte mest. Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : het lot van urinestikstof bij najaarsbeweiding

5 augustus 2011

Urineplekken in beweid grasland zijn een grote bron van makkelijk beschikbaar N. Lokaal kunnen concentraties oplopen tot hoger dan 1000 kg N ha-1. Toch zijn er, in tegenstelling tot bij het uitrijden van mest, geen restricties aan het beweiden gedurende herfst en winter. Deze studie heeft tot doel om het lot van urine-N bij najaarsbeweiding te kwantificeren, om zodoende mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu in kaart te brengen. In eerdere studies werd een groot gat in het budget van urine-N gevonden, dat grotendeels werd toegeschreven aan vastlegging in organische N in de bodem. Om deze post te kwantificeren is deze keer gekozen voor een lysimeterproef met urine gelabeld met de stabiele isotoop 15N. Daarnaast is een literatuurstudie naar het lot van urine-N als gevolg van toedieningstijdstip uitgevoerd Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : INITIATOR2: instrument voor een integrale milieuanalyse van de gevolgen van aanpassingen in de landbouw op regionaal niveau

5 augustus 2011

Binnen de LNV-onderzoeksclusters Mest en Mineralen, EHS en Vitaal landelijk gebied is een beslissingsondersteunend instrument ontwikkeld ten behoeve van integrale analyses van de mest- en ammoniakproblematiek op regionaal niveau. Dit instrument (INITIATOR2; Integrated Nutient Impact Assessment Tool on a Regional Scale) is een uitbreiding van het model INITIATOR. Met INITIATOR2 kunnen verschillende maatregelpakketten geëvalueerd worden. In dit informatieblad wordt een korte beschrijving gegeven van INITIATOR2, aangevuld met voorbeelden van geschatte emissies en uitspoeling in 2000 (het gebruikte basisjaar) voor geheel Nederland Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : milieukundige effecten van graslandvernieuwing

5 augustus 2011

Het scheuren van grasland kan leiden tot stikstofverliezen. Bij graslandvernieuwing moet daarom de afweging worden gemaakt tussen de landbouwkundige en milieukundige gevolgen. In 2002-2004 is experimenteel onderzoek uitgevoerd naar de landbouwkundige en milieukundige effecten van tijdstip en methode van graslandvernieuwing. In dit informatieblad worden de belangrijkste resultaten met betrekking tot de milieukundige gevolgen van graslandvernieuwing besproken. Het informatieblad 398.83 gaat in op de landbouwkundige resultaten. De resultaten worden weergegeven in de rapporten van Dolfing et al. (2004) en Hoving & Velthof (2005) Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : lot van N-overschot

5 augustus 2011

Het Nederlandse mestbeleid is erop gericht om de belasting met stikstof en fosfaat van grond- en oppervlaktewater terug te dringen. STONE is een belangrijk rekeninstrument voor de evaluatie van dat beleid. In MINAS en MILIEU, het rapport van de evaluatie van de Meststoffenwet in 2002 (EMW 2002), zijn STONE berekeningen gebruikt om het effect van verschillende beleidsscenario’s op de stikstof en fosfaatbelasting van het water te bepalen. Een verlaging van de stikstofbelasting van de bodem met, bijvoorbeeld 25%, leek gepaard te gaan met een veel kleinere verlaging van de stikstofbelasting van het oppervlaktewater. Met andere woorden: het systeem leek erg inelastisch te zijn. Een goede aanleiding om de STONE resultaten eens aan een nadere beschouwing te onderwerpen. De resultaten van de evaluatie van de STONE uitkomsten zijn weergegeven in een rapport (De Willigen e.a. 2003) en ze worden hier in het kort besproken Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : nitraatconcentraties naast en onder een bufferstrook

5 augustus 2011

De belasting van het oppervlaktewater met nutriënten is in veel gebieden in Nederland te hoog. De afgelopen decennia zijn verschillende brongerichte maatregelen genomen om de stikstof (N) en fosfor (P) verontreiniging te verminderen, bijvoorbeeld door aanscherping van het mestbeleid. Wat betreft de efficiëntie van verschillende maatregelen is (nog) weinig literatuur voorhanden die van toepassing is op de Nederlandse situatie. In het bijzonder kwantitatieve informatie over de effectiviteit van bufferstroken (bemestingsvrije perceelsranden) in het verminderen van N- en P-uitspoeling voor Nederlandse omstandigheden ontbreekt. Daarnaast zijn enkele modelberekeningen voor bufferstrooksituaties uitgevoerd. Om een juiste indruk te krijgen van de effectiviteit van een bufferstrook zou de vrachtbelasting van het oppervlaktewater (slootwater) gemeten moeten worden in een situatie met en een situatie zonder aanwezigheid van een bufferstrook. Dit type onderzoek is echter vrij kostbaar (zie ook ‘Ten slotte’). In het kader van programma 398-II is onderzoek verricht om inzicht te krijgen in de veranderingen in N- en P-concentraties in het bovenste grondwater als functie van de tijd en afstand tot de sloot in een akkerbouwperceel (zand, vlak, ongedraineerd) met een onbemeste grasbufferstrook langs de sloot. Dergelijke veranderingen zijn het gevolg van consumerende, zoals denitrificatie en gewasopname, of eventueel producerende processen Lees verder

Uit de mest- en mineralenprogramma’s : toetsing van het integrale milieumodel INITIATOR2 op resultaten van referentiemodellen en meetgegevens

5 augustus 2011

In het Informatieblad “INITIATOR2” is een korte beschrijving gegeven van het model INITIATOR2. Voorbeelden van gevolgen van effecten van maatregelen zijn geïllustreerd in het Informatieblad “Regionale analyse van milieueffecten van maatregelen in de landbouw”. In dit informatieblad wordt aandacht geschonken aan de validatie van INITIATOR2, waarbij de modeluitgangen van INITIATOR2 zijn vergeleken met die van (i) referentiemodellen (het Mest-AmmoniakModel (MAM) voor de ammoniakemissie; de IPCC-methode voor de lachgasemissie; het STONE model voor de uitspoeling van nitraat naar grondwater) en (ii) veldmetingen van de concentratie van nitraat in het bovenste grondwater Lees verder