Onderwerp: Voer

Dieren hebben voedsel nodig. Wat zij eten heeft invloed op de productie en de samenstelling van de mest. Ondernemers met een agrarisch bedrijf houden een administratie bij over de herkomst, de samenstelling en de bestemming van meststoffen. Zo maken zij inzichtelijk hoe ze omgaan met meststoffen. Hieronder vindt u het laatste nieuws dat te maken heeft met voer en mest.

Systeemanalyse voor het stroomgebied de Drentse Aa, Fase 2

5 mei 2011

Voor het project “Meerjarig monitoringsprogramma naar de uit- en afspoeling van nutriënten vanuit landbouwgronden in stroomgebieden en polders” is, als vervolg op een eerder afgeronde systeemverkenning en systeemanalyse fase 1, een vervolgsysteemanalyse (fase 2) uitgevoerd voor het stroomgebied van de Drentse Aa. Met een gefaseerde aanpak, waarin een meetprogramma en modelberekeningen zijn geïntegreerd, wordt gestreefd naar een operationeel, geoptimaliseerd, gebiedspecifiek monitoringsysteem, waarmee de bijdrage van de landbouw aan de belasting van het oppervlaktewater door nutriënten kan worden gekwantificeerd en waarmee de effecten van het mestbeleid en veranderingen binnen het stroomgebied kunnen worden gevolgd en voorspeld. In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van fase 2. Deze fase is onderverdeeld in het landsysteem en het oppervlaktewatersysteem. De stapsgewijze verfijning van de modelketen laat een duidelijke kwaliteitsverbetering van de modelresultaten voor zowel waterkwaliteit als –kwantiteit zien. De resultaten zijn echter nog niet voldoende nauwkeurig om relaties te kunnen leggen tussen waargenomen nutriëntenconcentraties en (veranderingen in) de bronnen. In een volgende fase zal vooral aandacht moeten worden besteed aan de ruimtelijke parametrisatie ten behoeve van de modellen Lees verder

Systeemverkenning Krimpenerwaard

5 mei 2011

Voor het project “Meerjarig monitoringsprogramma naar de uit- en afspoeling van nutriënten vanuit landbouwgronden in stroomgebieden en polders” is in 2003 gestart met een systeemverkenning van de polder Krimpenerwaard. Daarbij zijn van dit systeem beschikbare gegevens, relevante processen en het functioneren geïnventariseerd. De Krimpenerwaard is een veengebied, waar nutriënten een belangrijke factor vormen die de waterkwaliteit en ecologie bepaalt. Uit de systeemverkenning kunnen de volgende algemene conclusies worden getrokken: … Binnen het gebied vindt er geen regionale stroming van grondwater plaats. … Een sluitende stoffenbalans is met de beschikbare gegevens niet op te stellen. Wel is aan te geven welke termen belangrijk zijn in de balans. … Bij de kwaliteit van het oppervlaktewater liggen hiaten in gegevens bij de kwaliteit van het in- en uitgelaten oppervlaktewater. … Van de haarvaten van het gebied, de sloten, ontbreken met name gegevens van de abiotische en biotische kwaliteit van het oppervlaktewater. … De voorgenomen herinrichting van de Krimpenerwaard zal grote veranderingen van de waterhuishouding teweeg brengen. … Op basis van de verzamelde gebiedsgegevens is het niet mogelijk om het mestbeleid te evalueren. Dit vraagt een andere manier van monitoren (meten én modelleren) Lees verder

Zuiveringsmoerassen voor drainwater : tussenrapportage

5 mei 2011

Om de perspectieven van zuiveringsmoerassen onder Nederlandse omstandigheden te onderzoeken zijn in 2005 drie moerasfilters en in 2006 één moerasbufferstrook op proefbedrijf Vredepeel aangelegd. In dit rapport wordt ingegaan op het ontwerp en de aanleg van de verschillende zuiveringsmoerassen en worden de eerste onderzoekresultaten van de moerasfilters gepresenteerd. Lees verder

Systeemanalyse voor het stroomgebied van de Schuitenbeek, fase 2 : monitoring stroomgebieden

5 mei 2011

Voor het project “Meerjarig monitoringsprogramma naar de uit- en afspoeling van nutriënten vanuit landbouwgronden in stroomgebieden en polders” is, als vervolg op een eerder afgeronde systeemverkenning, een systeemanalyse uitgevoerd voor het stroomgebied van de Schuitenbeek. Met een gefaseerde aanpak, waarin een meetprogramma en modelberekeningen zijn geïntegreerd, wordt gestreefd naar een operationeel, geoptimaliseerd, gebiedspecifiek monitoringsysteem, waarmee de bijdrage van de landbouw aan de belasting van het oppervlaktewater door nutriënten kan worden gekwantificeerd en waarmee de effecten van het mestbeleid en veranderingen binnen het stroomgebied kunnen worden gevolgd en voorspeld. In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van Fase 2. Deze Fase is onderverdeeld in Fase 2A (regionale schematisatie met een tot afwateringseenheden geaggregeerd landsysteem) en Fase 2B (regionale schematisatie met een landsysteem, dat is gekoppeld aan een oppervlaktewatermodel). Deze stapsgewijze verfijning van de modelketen laat een duidelijke kwaliteitsverbetering van de modelresultaten zien. De resultaten zijn echter nog niet voldoende nauwkeurig om relaties te kunnen leggen tussen waargenomen nutriëntenconcentraties en (veranderingen in) de bronnen. In een volgende fase zal vooral aandacht moeten worden besteed aan de parametrisatie ten behoeve van de modellen Lees verder

Managing phosphorus cycling in agriculture : reduction of Dutch agricultural phosphorous load through bio-refinery

5 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Systeemverkenning Schuitenbeek

5 mei 2011

Voor het project “Meerjarig monitoringsprogramma naar de uit- en afspoeling van nutriënten vanuit landbouwgronden in stroomgebieden en polders” is in 2003 gestart met een systeemverkenning van het stroomgebied de Schuitenbeek. Beschikbare gegevens, relevante processen en het functioneren van het systeem zijn geïnventariseerd. Het stroomgebied van de Schuitenbeek (ca. 7500 ha) is een onder natuurlijk verval afwaterend gebied. Alleen het landbouwgebied in het westelijk deel heeft een zichtbare (oppervlaktewater) afwatering. Een groot deel van de watergangen is niet permanent watervoerend. Het gebied wordt aangemerkt als een zandgebied met een hoge nutriëntenbelasting. De atmosferische depositie en bemesting zijn de belangrijkste stikstofbronnen. Voor fosfor is bemesting de belangrijkste bron. De belasting van het oppervlaktewater wordt verder vooral bepaald door de fysische en chemische eigenschappen van de bodem, en het hydrologische systeem. De nutriëntenbronnen kunnen nog onvoldoende worden gekwantificeerd en het huidige meetprogramma is niet specifiek genoeg om de waargenomen nutriëntenconcentraties (en vrachten) te kunnen relateren aan (veranderingen in) de bronnen. Ook is het nog niet mogelijk om relaties te leggen tussen ecologische parameters en waargenomen nutriëntenconcentraties. Met het bestaande meetprogramma zijn de effecten van het mestbeleid op de oppervlaktewaterkwaliteit dus niet aan te tonen. Een andere systematiek van monitoren, waarbij een combinatie van meten (relevante, nutriëntengerelateerde ecologische parameters, op deelstroomgebiedsniveau) en modelleren wordt toegepast, dient er toe te leiden, dat het meetnet kan worden geoptimaliseerd, dat de bijdrage van iedere nutriëntenbron in het stroomgebied kan worden gekwantificeerd en dat zodoende de effecten van het mestbeleid kunnen worden gevolgd Lees verder

aanpak van zware metalen op melkveebedrijven

5 mei 2011

In dit rapport van NMI en CLM analyseren de auteurs de stromen van koper en zink: voorziening voor gewas en vee en de hoeveelheid koper in de bodem en het grondwater, uitgewerkt voor het proefbedrijf De Marke Lees verder

Mest- en mineralenkennis voor de praktijk : stikstoflevering uit de bodem

5 mei 2011

Related Links Bekijk het volledige artikel

Ex-ante evaluatie landbouw en KRW : achtergrondstudie: effecten van aanvullende maatregelen

5 mei 2011

Onderzocht is in hoeverre de implementatie van de KRW via het mestbeleid en via het regionale KRW-maatregelenpakket bijdraagt aan de realisatie van de beoogde concentraties nutriënten in het oppervlaktewater. Daarnaast is verkend of aanvullende maatregelen tot een bijdrage aan de realisatie van deze normen kunnen bijdragen. Daartoe zijn de milieueffecten van de maatregelen en zijn de directe en de directe kosten van maatregelen en maatregelpakketten berekend. Daarmee wordt een stap gezet in het kwantificeren van nutriëntenstromen om kosteneffectieve maatregelen te identificeren en selecteren voor Stroomgebiedbeheerplannen. Deze studie moet het inzicht in de relatie landgebruik, maatregelen en waterkwaliteit vergroten. Dit rapport en de achterliggende regionale resultaten moeten nu met de regionale waterbeheerders besproken worden om te identificeren waar de grootste verbeteringen mogelijk zijn en hoe deze verbeteringen gerealiseerd kunnen worden, want deze studie was gericht op hoofdlijnen. Lees verder

Ammonia emission factor for using benzoic acid (1% VevoVitall) in the diet of growing-finishing pigs

4 mei 2011

Het effect van toevoeging van benzoëzuur (1% VevoVitall®) aan vleesvarkensvoer op de ammoniakemissiereductie is bepaald en bedroeg gemiddeld 15,8% ten opzichte van voer zonder VevoVitall® Lees verder